bijwerkingen bij kanker

Patiënteninformatie over bijwerkingen van oncologische middelen met bijbehorende adviezen

Geselecteerde behandeling: hormonale therapie

Inleiding

Inleiding

Samen met uw behandelaar heeft u besloten dat u een behandeling met medicijnen krijgt tegen kanker. Deze behandeling kan bestaan uit chemotherapie, hormonale therapie, immuuntherapie, doelgerichte therapie of een combinatie daarvan. Deze medicijnen komen via een infuus, injectie of via de inname van tabletten of capsules in de bloedbaan terecht. Via het bloed worden deze middelen door het hele lichaam verspreid en kunnen ze kankercellen vrijwel overal bereiken.

1. Patiënten Informatie Dossier (PID)

In dit patiënten informatie dossier vindt u informatie over de gang van zaken tijdens uw behandeling, hoe uw behandeling eruit ziet en hoe u contact kunt krijgen met hulpverleners in het ziekenhuis. U vindt verderop ook een uitgebreid overzicht van mogelijke bijwerkingen van de behandeling die u krijgt, hierbij staan tevens adviezen hoe u hier mee om kunt gaan. 

2. Chemotherapie

Chemotherapie is de behandeling van kanker met cytostatica. Kankercellen zijn over het algemeen snel delende cellen. Chemotherapie remt de groei van deze snel delende kankercellen, maar tegelijkertijd ook de groei van andere gezonde snel delende cellen.

Er zijn verschillende soorten cytostatica. Afhankelijk van de soort kanker kunnen één of meerdere van deze middelen voor een behandeling worden gebruikt. 

Om zoveel mogelijk kankercellen te bereiken, bestaat chemotherapie meestal uit een aantal behandelingen iedere keer gevolgd door een rustperiode waarin het lichaam zich weer kan herstellen. Een behandeling met de daarop volgende rustperiode wordt een "kuur" genoemd. In de meeste gevallen worden er een aantal kuren gegeven.

3. Doelgerichte therapie

Doelgerichte therapie of Targeted Therapy, is een behandeling met medicijnen die de groei en deling van kankercellen blokkeren doordat ze de werking tegengaan van specifieke eiwitten die de kankercellen nodig hebben voor hun groei en overleving. Hierdoor sterft de kankercel af of deelt zich niet meer.

4. Immunotherapie

Immuuntherapie is een behandeling met medicijnen die het eigen afweersysteem activeert en versterkt. Door deze medicijnen worden tumorcellen weer herkenbaar voor het afweersysteem,  waardoor kankercellen gedood kunnen worden. Dit is een groot verschil met chemotherapie, waarbij je medicijnen krijgt die kankercellen, maar ook andere snel delende cellen, direct doden.

5. Hormonale therapie

Hormonale therapie is de behandeling met medicijnen die invloed hebben op de hormoonhuishouding in het lichaam. Een aantal organen in ons lichaam heeft hormonen nodig om goed te kunnen werken. Sommige organen hebben dit ook nodig voor hun groei en ontwikkeling. Voorbeelden zijn borstklier, schildklier, prostaat en slijmvlies van de baarmoeder. Als in deze organen kanker ontstaat, is die vaak (voor een deel) afhankelijk van de aanwezigheid van hormonen. Zolang deze hormonen aanwezig zijn kan de tumor groeien. Zonder deze hormonen kan de groei van de tumor stoppen, kan deze kleiner worden of zelfs (tijdelijk) verdwijnen. Van dit verschijnsel maakt men gebruik bij hormoon therapie.

6. Bijwerkingen

De medicijnen die voor de behandeling van kanker gebruikt worden, bereiken niet alleen de kankercellen, maar ook de gezonde cellen die zich snel delen (bijvoorbeeld cellen in de slijmvliezen van de mond en de darmen). Door het toedienen van deze medicijnen kunnen daarom bijwerkingen optreden. Deze bijwerkingen zijn meestal tijdelijk, omdat de gezonde cellen het vermogen hebben zich te herstellen. Dit in tegenstelling tot kankercellen die een slecht herstelvermogen hebben. Het al dan niet optreden van bijwerkingen en de mate waarin deze optreden is lastig te voorspellen. Eventuele bijwerkingen zeggen niets over het effect van de behandeling op uw ziekte.

7. Redenen om direct contact op te nemen met uw Casemanager of Oncologieverpleegkundige

's Avonds, 's nachts en in het weekend is onderstaand telefoonnummer alleen voor spoed (zie onderstaand kader) in gebruik, u krijgt dan de oncologieverpleegkundige van de verpleegafdeling aan de telefoon. 

Neem direct contact op via 0413-402290 en toets 1 wanneer:

•  U koorts heeft boven 38,5ºC.

•  U koude rillingen heeft en ongeveer 30 minuten later uw

    temperatuur oploopt tot 38,5ºC of hoger.

•  U langer dan 30 minuten een bloedneus heeft.

•  U blauwe plekken krijgt, zonder dat u zich heeft gestoten of bent gevallen.

•  U een wondje heeft dat langer dan 30 minuten blijft bloeden.

•  U bloed heeft in de ontlasting of urine.

•  U veel en langer dan 24 uur last heeft van braken.

•  U langer dan 48 uur last heeft van waterdunne diarree.

8. Belangrijk

Goede voedingsconditie

Het is belangrijk dat u tijdens de behandeling in een zo goed mogelijke voedingsconditie blijft. Hierdoor voelt u zich minder snel vermoeid en heeft u een betere weerstand tegen infecties. Daarnaast draagt een goede voedingsconditie ook bij tot een sneller herstel van de gezonde weefsels. Tijdens de behandeling hoeft u geen speciaal dieet te volgen, indien nodig zal de verpleegkundige met u bespreekbaar maken welke voedingsmiddelen u beter niet kunt gebruiken tijdens de behandeling. Wanneer u al een bepaald dieet volgt, overleg dan met de diëtist of u met dit dieet tijdens de behandeling kunt doorgaan.

In de brochure "Voeding bij kanker" van de Nederlandse Kankerbestrijding KWF, vindt u uitgebreide tips ten aanzien van voedingsproblemen. U kunt voor deze brochure terecht bij de oncologieverpleegkundige. Ook de website http://www.voedingenkankerinfo.nl/ biedt veel bruikbare informatie.

Gebruik van Kruiden- en voedingssuppletie tijdens behandeling

Het gebruik van kruiden- en voedingssupplementen om onder meer bijwerkingen van chemotherapie te verminderen en de kwaliteit van leven te verbeteren, kan mogelijk gevolgen hebben voor de behandeling. Uit onderzoek is gebleken dat verschillende kruiden- en voedingssupplementen een wisselwerking hebben met antikankermiddelen. Deze wisselwerking tussen kruiden- en voedingssupplementen en antikankermiddelen kan leiden tot verlaagde of verhoogde bloedspiegels van het antikankermiddel, met respectievelijk onderbehandeling of extra bijwerkingen tot gevolg. Wanneer u overweegt kruiden- en of voedingssupplementen of andere wijzen van alternatieve geneeswijzen te gebruiken wordt u geadviseerd dit te overleggen met uw behandelend arts en casemanager.

Vermoeidheid

Het is vaak niet duidelijk of vermoeidheid ontstaat als gevolg van de ziekte of van de behandeling. Het meest waarschijnlijke is dat het met allebei te maken heeft. Het groeien van een tumor kost namelijk veel energie. Daarnaast worden door de behandeling ook gezonde cellen vernietigd. Die gezonde cellen moeten zich weer herstellen en dat kost tijd en energie. Soms houden vermoeidheidsklachten ook na afloop van de behandeling aan. Hier is niet altijd een oorzaak voor aan te wijzen. Ondanks de vermoeidheid en verminderde energie is het van belang uw conditie op peil te houden, de vermoeidheid wordt namelijk niet minder door veel te rusten of passief te worden.

Omgang met uitscheidingsproducten

Bij chemotherapie kunnen reststoffen van de cytostatica in zowel urine, ontlasting als braaksel aanwezig zijn. Het is mogelijk dat deze reststoffen giftige bestanddelen bevatten. Het is verstandig dat de mensen in uw omgeving hier niet mee in aanraking komen. Denk hierbij aan huisgenoten en bezoek, maar eventueel ook aan de medewerkers van de Thuiszorg. De precieze duur waarin de reststoffen van de cytostatica in de uitscheidingsproducten aanwezig zijn, staat onder het behandelschema verderop. Voor meer informatie zie de folder 'Beschermende maatregelen thuis bij behandeling met chemotherapie'. Te vinden op de website www.bernhoven.nl dan wel toegevoegd in deze informatiemap. 

9. Gang van zaken tijdens de behandeling

Controle van uw bloed

Om zicht te houden op de aantallen bloedlichaampjes en bloedplaatjes in uw bloed, wordt uw bloed tijdens de behandeling regelmatig gecontroleerd. Hiervoor wordt een controleafspraak bij de arts of casemanager ingepland. Vooraf aan deze afspraak dient u bloed te laten prikken, hiervoor dient u een afspraak te maken met het laboratorium. Dit kan zowel 45-60 minuten voor de afspraak bij uw arts of casemanager, als u in Bernhoven bloed laat prikken, of een dag voor uw afspraak bij een prikpost bij u in de buurt. Daarnaast is het mogelijk dat, indien u moeilijk ter been bent, een medewerker van de Trombosedienst bij u thuis bloed afneemt. De oncologieverpleegkundige kan u hierover informeren.

Wanneer uit de controle blijkt dat uw bloed zich onvoldoende heeft hersteld, kan het nodig zijn dat uw kuur wordt uitgesteld of dat de dosering van uw medicatie wordt verminderd.

Belangrijk

Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, geef dit dan door aan uw arts. Geef ook bij de trombosedienst door dat u wordt behandeld met medicijnen tegen kanker.

Chemotherapie/doelgerichte therapie/ immunotherapie via tabletten, capsules, injectie en/of een infuus

  • Voor elke nieuwe kuur laat u (op de afgesproken datum en tijdstip) bloed prikken bij de bloedafnamedienst van het laboratorium.Hiervoor dient u een afspraak te maken op het laboratorium.
  • Vervolgens brengt u een bezoek aan de internist/oncoloog, de longarts, de oncologieverpleegkundige of de verpleegkundig specialist (in opleiding). Deze spreekt eventuele bijzonderheden met u door, schrijft recepten uit en maakt afspraken voor eventuele vervolgonderzoeken. Wanneer de uitslag van het bloed bekend is, krijgt u te horen of de kuur door kan gaan.
  • Het is mogelijk dat de controle afspraak telefonisch plaatsvindt, dit wordt in overleg met u ingepland. U laat dan 's morgens voor 10.30 uur bloed prikken en krijgt aan het eind van de ochtend of in de middag telefonisch de uitslag door. Bijzonderheden rondom uw behandeling worden dan besproken en uw gewicht wordt eventueel nagevraagd.
  • Wanneer de bloeduitslag niet goed is en de kuur niet door kan gaan, wordt er met u een nieuwe bloedcontrole afgesproken en afhankelijk daarvan wordt de volgende kuur gepland.
  • Als uw medicatie via een infuus of injectie moet worden toegediend zult u daarvoor naar het ziekenhuis moeten komen.
  • Op de geplande dag en tijdstip meldt u zich bij de Dagbehandeling Oncologie. U bereikt deze afdeling door het volgen van routenummer 144. Hier wordt u door de secretaresse of een oncologieverpleegkundige ontvangen.
  • De verpleegkundige brengt een infuusnaald in uw arm in, waardoor de cytostatica worden toegediend. Meestal krijgt u eerst via het infuus bepaalde medicijnen tegen misselijkheid toegediend.
  • Maak het bespreekbaar met uw casemanager wanneer het prikken van een infuus herhaaldelijk moeizaam verloopt. Uw casemanager kan met u kijken naar andere mogelijkheden tot het inbrengen van een infuus.
  • Een familielid of vriend(in) kan tijdens de toediening van de kuur de gehele tijd aanwezig zijn. In verband met ruimtegebrek wordt u echter vriendelijk verzocht om niet meer dan één persoon mee te nemen.
  • U hoeft op de dag van de toediening van de cytostatica niet nuchter te zijn. Het is juist beter wel wat te eten.
  • U kunt eventueel een boek, laptop en/of eigen muziek meenemen.
  • Indien u een kuur krijgt waarvoor u moet worden opgenomen neem dan nachtkleding, uw eigen medicatie en toiletartikelen mee
  • Na de behandeling gaat u weer naar huis. Bij sommige kuren wordt u opgenomen.
  • U mag tijdens het inlopen van chemotherapie niet van de afdeling af. Als er chemo inloopt willen we dat u op de afdeling blijft zodat we u kunnen observeren en sneller kunnen handelen bij complicaties. Loopt er een spoelzak tijdens uw behandeling dan mag u van de afdeling af.  Indien u andere medicatie krijgt of u krijgt alleen vocht dan kunt u met de verpleegkundige bespreken of u verder dan de loungeruimte mag gaan (bijvoorbeeld het restaurant of naar buiten).
  • Van de doktersassitent op de polikliniek of van de oncologieverpleegkundige krijgt u een laboratoriumformulier voor bloedafname en een afsprakenkaartje mee waarop de volgende poliklinische controle afspraak staat vermeld.
  • Bij het inplannen van vervolgafspraken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met uw wensen. Om logistieke redenen kunnen deze echter niet te allen tijde worden gehonoreerd.
  • U wordt afgeraden om zelf een auto te besturen, omdat niet bekend is hoe u op de behandeling gaat reageren.
  • Wanneer u tijdens uw behandeling een reis naar het buitenland wil maken, wordt u geadviseerd bij uw apotheek een AMO-lijst op te vragen. Raadpleeg daarnaast uw casemanager voor specifieke adviezen die passend zijn voor uw behandeling.

Planning kuren op de dagbehandeling oncologie

  • Het is moeilijk om alle behandelingen zo goed mogelijk in te plannen. Hierbij moeten we er ook voor zorgen dat er voldoende verpleegkundigen zijn om de zorg veilig te kunnen geven.De planning wordt gemaakt door de secretaresse van de dagbehandeling. Het is helaas niet mogelijk om rekening te houden met voorkeursdagen. U kunt bij uw casemanager aangeven of uw voorkeur uitgaat naar de ochtend of de middag, hiermee proberen we dan rekening te houden.

Chemotherapie/doelgerichte therapie/hormonale therapie via tabletten of capsules

  • Als uw behandeling alleen uit tabletten of capsules bestaat krijgt u van de oncologieverpleegkundige instructie hierover. U kunt de tabletten of capsules thuis innemen en hoeft hiervoor niet naar het ziekenhuis.
  • Lees de bijsluiter van de medicijnen goed door!
  • Als u heeft vergeten tabletten in te nemen, neemt u dan direct contact op met uw arts / oncologieverpleegkundige. Deze tabletten dient u niet alsnog in te nemen.
  • Als u meer tabletten heeft ingenomen dan uw arts heeft voorgeschreven, neemt u dan direct contact op met uw arts / oncologieverpleegkundige. Wacht met de inname van de volgende tabletten totdat u met uw arts / oncologieverpleegkundige heeft gesproken.
  • Als u na de inname van de tabletten moet braken, neemt u dan direct contact op met uw arts / oncologieverpleegkundige. Wacht met de inname van nieuwe tabletten. Uw arts kan medicijnen tegen de misselijkheid voorschrijven. Neem de volgende tabletten in volgens het schema.
  • Bewaar de tabletten niet boven 30°C, en alleen in de originele verpakking.
  • Wanneer u tijdens uw behandeling een reis naar het buitenland wil maken, wordt u geadviseerd bij uw apotheek een AMO-lijst op te vragen. Raadpleeg daarnaast uw casemanager voor specifieke adviezen die passend zijn voor uw behandeling.

RegioApotheek bij Bernhoven

Vanaf 1 januari 2015  worden de orale oncolytica, dit zijn tabletten of capsules voor de behandeling van kanker (met uitzondering van de hormonale medicijnen),via het ziekenhuis verstrekt. Deze medicijnen worden door de RegioApotheek bij Bernhoven geleverd. Dit geldt vanaf 1 januair 2022 ook voor de injecties om de rode en witte bloedcellen te stimuleren. 

Wanneer u een van deze medicijnen gebruikt, stuurt Bernhoven uw recept naar de RegioApotheek bij Bernhoven. Deze apotheek zorgt dat het recept wordt klaargemaakt en controleert of u deze geneesmiddelen kunt gebruiken in combinatie met eventueel andere geneesmiddelen die u gebruikt. U kunt vervolgens deze geneesmiddelen ophalen in de RegioApotheek. Om uw wachttijd zo kort mogelijk te houden kun u hiervoor gebruik maken van de snelbalie, dit is de meest linkse balie.

Als u uw geneesmiddel heeft ontvangen, is het belangrijk dat uw eigen apotheek op de hoogte is. Dan blijft uw medicatiedossier namelijk compleet. Daarom geeft de RegioApotheek iedere aflevering van uw geneesmiddel door aan uw eigen apotheek. Als u dit liever niet wilt, moet u dit aan hen doorgeven.

Uw gegevens

Om te zorgen dat de verstrekking van de geneesmiddelen goed verloopt, moet Bernhoven uw gegevens eenmalig verstrekken aan de RegioApotheek in Bernhoven. Het gaat om uw naam, adres, woonplaats en (mobiele) telefoonnummer. Ook de naam van uw eigen huisarts en apotheek zijn belangrijk. Daarvoor is uw schriftelijke toestemming nodig. Die kunt u verlenen door een apart formulier te ondertekenen en in te leveren bij de RegioApotheek.

Extra medicatie nodig?

Het kan zijn dat u niet genoeg geneesmiddelen op voorraad heeft. Bijvoorbeeld wanneer een afspraak met uw specialist wordt uitgesteld. Als dat zo is, kunt u contact opnemen met de dienstdoende casemanager voor een nieuw recept. Dan zorgt de RegioApotheek in Bernhoven dat u deze geneesmiddelen kunt komen ophalen.

De RegioApotheek is 24 uur per dag geopend gedurende 7 dagen per week en telefonisch bereikbaar onder nummer 0413-408780.

Algemene informatie

Samen met uw arts heeft u besloten dat u wordt behandeld met Tamoxifen. Deze folder informeert u

over het gebruik, de werking en de bijwerkingen van Tamoxifen.

Sommige kankercellen kunnen zich verbinden met het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen.

Door die verbinding worden de borstkankercellen gestimuleerd zich te vermeerderen. Tamoxifen remt

de werking van oestrogeen. Hierdoor worden de borstkankercellen niet gestimuleerd en kunnen dus

niet groeien of vermeerderen.

Naast de kankercellen in de borst bereikt de Tamoxifen ook eventuele kankercellen die in het bloed

en/of de lymfbanen terecht zijn gekomen (om zich elders in het lichaam te nestelen).

Behandelschema

1 x daags 1 tablet

Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta

  • Tamoxifen: geen risico

Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind

Deze informatie is relevant voor vrouwen én mannen in de vruchtbare leeftijd.
Vrouwen mogen tijdens de behandeling en ook in een bepaalde periode daarna meestal niet zwanger worden. Er kunnen risico’s zijn voor het ongeboren kind. Bij mannen is minder goed bekend of een behandeling, zoals chemotherapie, tijdelijk invloed kan hebben op de kwaliteit van het zaad en of dit risico’s met zich meebrengt voor het ongeboren kind.

Ook kan de behandeling van kanker ervoor zorgen dat u (later) minder vruchtbaar bent. Dit hangt af van het soort medicijnen, de combinatie van medicijnen, de dosering, het soort kanker en uw leeftijd.

Bespreek vóór de start van de behandeling wat dit in uw situatie betekent. Bijvoorbeeld of – en hoe lang – u maatregelen moet nemen om een zwangerschap te voorkomen.
Heeft u een kinderwens? Bespreek dan met uw zorgverlener de mogelijkheid van invriezen van sperma of eicellen vóór het starten van de behandeling.

Middelen met hun bijwerkingen

Tamoxifen (hormonale therapie)

Bijwerkingen en adviezen

Moe zijn

Tijdens de behandeling van kanker, kunt u zich erg moe voelen. Dit kan ook nog na de behandeling voorkomen. Moe zijn wordt veroorzaakt door de kanker zelf en/of door de bijwerkingen van de behandeling. Doordat u moe bent, lukt het niet meer om dagelijkse activiteiten, zoals bewegen, werk of hobby’s goed te kunnen doen. De klachten worden ook niet minder door rust en/of slaap. Na een activiteit heeft u meer of langer rust nodig. Het lukt niet goed meer om de dingen te doen die u graag wilt of moet doen.

De volgende klachten kunnen optreden:

  • Weinig/geen energie hebben
  • Nergens zin in hebben
  • Prikkelbaar zijn
  • Meer willen slapen en/of meer moeite hebben met slapen
  • Last van stemmingswisselingen
  • Als u beweegt, bent u snel moe
  • Geheugen- en concentratieproblemen
  • Minder belangstelling hebben voor de omgeving

Deze klachten kunnen ook na de behandeling nog lang blijven duren. Soms een paar maanden, soms zelfs jaren. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.

Advies
  • Meld uw klachten aan uw zorgverlener. Deze kan uw klachten met u bespreken en samen met u bekijken wat er mogelijk is. Bij sommige klachten kan de arts u doorverwijzen voor een behandeling met cognitieve gedragstherapie (CGT). Bij deze vorm van therapie leert u hoe u beter met de klachten kan omgaan.
  • Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen of yoga, zorgt ervoor dat u zich minder moe voelt. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan u hierbij helpen.
  • Eet gezond en veel eiwitten. Een diëtist kan u hierbij helpen.
  • Stel grenzen. Bepaal zelf waaraan u uw energie wil besteden.
  • Zoek balans en wissel momenten van inspanning en ontspanning/rust met elkaar af. Plan niet te veel activiteiten op één dag. En wissel dingen die u moet doen af met dingen waar u energie van krijgt. Zorg ook voor een goede verdeling van mentale, sociale en lichamelijke activiteiten over de dag en de week.
  • Probeer op vaste tijden naar bed te gaan en op te staan. Ook zijn er andere adviezen die ervoor kunnen zorgen dat u beter kunt slapen. Bijvoorbeeld door vlak voor het slapen niet meer naar fel licht van een tv of mobiel te kijken. Meer adviezen kunt u hier vinden. 
  • De app “Untire Now” is een app die u helpt tegen moe zijn bij kanker. In deze app krijgt u handige tips en adviezen die u kunnen helpen bij het omgaan met moe zijn.
  • Vraag familie, vrienden en kennissen om te helpen met dingen die u te vermoeiend vindt om te doen.

Kijk in de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met moe zijn.

Voor het laatst gewijzigd: 10 februari 2025

Vaginale klachten

Door de behandeling met hormoontherapie worden de slijmvliezen door de afname van het hormoon oestrogeen droger en dunner. Behalve de slijmvliezen van ogen, neus en mond zijn het vooral de slijmvliezen van de vagina die klachten kunnen geven. Zo wordt de vagina gevoeliger voor irritaties. Klachten waar u last van kunt hebben zijn:

  • droogheid
  • afscheiding
  • jeuk
  • bloedverlies
  • pijn bij het vrijen, doordat de vagina droog is

Een droge vagina kan vervelend zijn bij het vrijen. Neem voldoende tijd bij het voorspel. Het is nu extra belangrijk om aan te geven wat u prettig en onprettig vindt of wat zelfs pijnlijk is.

Advies
  • Gebruik zo nodig een glijmiddel. Een glijmiddel kunt u zonder recept bij de drogist of apotheek kopen. Let er wel op dat deze glijmiddelen geen hormonen bevatten! Voorbeelden zijn Replens, Sensilube of KY-gel. Breng het glijmiddel aan rondom de vaginale opening en op de penis. De meeste glijmiddelen zijn vrij lang werkzaam. Desgewenst kunt u de glijmiddelen enige tijd voorhet vrijen al aanbrengen.
  • Gebruik geen zeep bij het wassen van de vagina en draag luchtig katoenen ondergoed.
  • Bespreek uw lichamelijke veranderingen met uw partner.
  • Neem contact op met uw arts bij vaginaal bloedverlies. Let op bij jeuk en/of verandering, in geur en kleur, van de vaginale afscheiding. Dit kan namelijk ook wijzen op een schimmelinfectie. Neem dan contact op met uw arts.

Veel zweten

Door de behandeling kunt u veel gaan zweten. In uw huid zitten zweetkliertjes. Daar komt vocht uit: zweet. Dat vocht op uw huid verdampt. Het verdampen neemt warmte mee. Zo raakt uw lichaam de extra warmte kwijt. En blijft uw lichaam op een normale temperatuur. Veel zweten kan overdag en in de nacht voorkomen.

De volgende klachten kunnen voorkomen:

  • ineens warm krijgen (of blozen)
  • rillingen of trillen
  • roze, rode of geïrriteerde huid
  • hartkloppingen
  • nare luchtjes
Advies
  • Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
    • veel zweet en ook koorts heeft (38,5 graden of meer)
    • veel minder plast dan u gewend bent. Of als uw plas donkerbruin is.
    • last krijgt van een snelle hartslag of hartkloppingen
  • Bij veel zweten heeft het lichaam extra vocht nodig. Door zweten verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, sap of limonade.
  • Vermijd scherp gekruid eten of hete dranken. Ook alcohol of roken kunnen ervoor zorgen dat u meer gaat zweten.
  • Houd uzelf koel. Draag kleding in laagjes. Dan kunt u iets uittrekken als u het warm krijgt. Of draag luchtige, wijde kleding. Kies voor katoen of linnen. Zorg ook voor een koele (slaap-)kamer.
  • Zweet heeft geen geur. Het gaat pas ruiken door bacteriën op de huid. Zorg daarom voor een goede persoonlijke verzorging. Douche of was uzelf elke dag. Verwissel natte kleding en beddengoed.
  • Voorkom dat de huid geïrriteerd raakt. Houd de huid droog. Gebruik geen extra parfum of deodorant.
  • Door stress en emoties kunt u soms ook zweten. Zorg voor ontspanning zoals meditatie of yoga. Als u denkt over bijvoorbeeld acupunctuur, bespreek dit dan eerst met uw zorgverlener.

Laatst gewijzigd: 15 april 2025

Opvliegers

Door de behandeling kunt u last krijgen van opvliegers. Opvliegers zijn korte, plotselinge warmteaanvallen. Ook kunt u gaan zweten en wordt u rood in het gezicht (blozen), nek en hals.

Tijdens de opvlieger stijgt de temperatuur van de huid. Meestal duurt een opvlieger een paar minuten.

Advies
  • sommige mensen krijgen minder opvliegers als ze stress, cafeïne, alcohol en gekruid eten vermijden
  • draag meerdere lagen kleding, zodat u wat uit kunt doen tijdens een opvlieger
  • iets kouds drinken aan het begin van een opvlieger kan verlichting geven

Verandering in de menstruatie

Door de behandeling kan er een verandering optreden in de menstruatie, bijvoorbeeld:

  • de menstruatie komt onregelmatig
  • de menstruatie duurt langer dan normaal
  • de menstruatie duurt korter dan normaal
  • u verliest minder bloed
  • de menstruatie blijft weg
  • u verliest juist meer bloed dan normaal
  • als u veel bloed verliest, kan dit bloedarmoede geven

 Klachten bij bloedarmoede kunnen zijn: 

  • bleek zien
  • vermoeid zijn
  • kortademigheid
  • gevoel van spierzwakte bij inspanning
Advies
  • Heeft u last van overmatig bloedverlies, overleg dat met uw behandelend arts. Die kan medicijnen voorschrijven om de bloedingen te verminderen.
Voetnoot bijwerkingen

Neem de tablet, volgens voorschrift, op een vast tijdstip in.

Wanneer u bloedverdunners gebruikt, kunnen deze als gevolg van de hormonale therapie

anders werken. Geef aan de medewerkers van de trombosedienst door, dat u hormonale

therapie krijgt.