bijwerkingen bij kanker

Patiënteninformatie over bijwerkingen van oncologische middelen met bijbehorende adviezen

Geselecteerde behandeling: doelgerichte therapie

Inleiding

Inleiding

Samen met uw behandelaar heeft u besloten dat u een behandeling met medicijnen krijgt tegen kanker. Deze behandeling kan bestaan uit chemotherapie, hormonale therapie, immuuntherapie, doelgerichte therapie of een combinatie daarvan. Deze medicijnen komen via een infuus, injectie of via de inname van tabletten of capsules in de bloedbaan terecht. Via het bloed worden deze middelen door het hele lichaam verspreid en kunnen ze kankercellen vrijwel overal bereiken.

1. Patiënten Informatie Dossier (PID)

In dit patiënten informatie dossier vindt u informatie over de gang van zaken tijdens uw behandeling, hoe uw behandeling eruit ziet en hoe u contact kunt krijgen met hulpverleners in het ziekenhuis. U vindt verderop ook een uitgebreid overzicht van mogelijke bijwerkingen van de behandeling die u krijgt, hierbij staan tevens adviezen hoe u hier mee om kunt gaan. 

2. Chemotherapie

Chemotherapie is de behandeling van kanker met cytostatica. Kankercellen zijn over het algemeen snel delende cellen. Chemotherapie remt de groei van deze snel delende kankercellen, maar tegelijkertijd ook de groei van andere gezonde snel delende cellen.

Er zijn verschillende soorten cytostatica. Afhankelijk van de soort kanker kunnen één of meerdere van deze middelen voor een behandeling worden gebruikt. 

Om zoveel mogelijk kankercellen te bereiken, bestaat chemotherapie meestal uit een aantal behandelingen iedere keer gevolgd door een rustperiode waarin het lichaam zich weer kan herstellen. Een behandeling met de daarop volgende rustperiode wordt een "kuur" genoemd. In de meeste gevallen worden er een aantal kuren gegeven.

3. Doelgerichte therapie

Doelgerichte therapie of Targeted Therapy, is een behandeling met medicijnen die de groei en deling van kankercellen blokkeren doordat ze de werking tegengaan van specifieke eiwitten die de kankercellen nodig hebben voor hun groei en overleving. Hierdoor sterft de kankercel af of deelt zich niet meer.

4. Immunotherapie

Immuuntherapie is een behandeling met medicijnen die het eigen afweersysteem activeert en versterkt. Door deze medicijnen worden tumorcellen weer herkenbaar voor het afweersysteem,  waardoor kankercellen gedood kunnen worden. Dit is een groot verschil met chemotherapie, waarbij je medicijnen krijgt die kankercellen, maar ook andere snel delende cellen, direct doden.

5. Hormonale therapie

Hormonale therapie is de behandeling met medicijnen die invloed hebben op de hormoonhuishouding in het lichaam. Een aantal organen in ons lichaam heeft hormonen nodig om goed te kunnen werken. Sommige organen hebben dit ook nodig voor hun groei en ontwikkeling. Voorbeelden zijn borstklier, schildklier, prostaat en slijmvlies van de baarmoeder. Als in deze organen kanker ontstaat, is die vaak (voor een deel) afhankelijk van de aanwezigheid van hormonen. Zolang deze hormonen aanwezig zijn kan de tumor groeien. Zonder deze hormonen kan de groei van de tumor stoppen, kan deze kleiner worden of zelfs (tijdelijk) verdwijnen. Van dit verschijnsel maakt men gebruik bij hormoon therapie.

6. Bijwerkingen

De medicijnen die voor de behandeling van kanker gebruikt worden, bereiken niet alleen de kankercellen, maar ook de gezonde cellen die zich snel delen (bijvoorbeeld cellen in de slijmvliezen van de mond en de darmen). Door het toedienen van deze medicijnen kunnen daarom bijwerkingen optreden. Deze bijwerkingen zijn meestal tijdelijk, omdat de gezonde cellen het vermogen hebben zich te herstellen. Dit in tegenstelling tot kankercellen die een slecht herstelvermogen hebben. Het al dan niet optreden van bijwerkingen en de mate waarin deze optreden is lastig te voorspellen. Eventuele bijwerkingen zeggen niets over het effect van de behandeling op uw ziekte.

7. Redenen om direct contact op te nemen met uw Casemanager of Oncologieverpleegkundige

's Avonds, 's nachts en in het weekend is onderstaand telefoonnummer alleen voor spoed (zie onderstaand kader) in gebruik, u krijgt dan de oncologieverpleegkundige van de verpleegafdeling aan de telefoon. 

Neem direct contact op via 0413-402290 en toets 1 wanneer:

•  U koorts heeft boven 38,5ºC.

•  U koude rillingen heeft en ongeveer 30 minuten later uw

    temperatuur oploopt tot 38,5ºC of hoger.

•  U langer dan 30 minuten een bloedneus heeft.

•  U blauwe plekken krijgt, zonder dat u zich heeft gestoten of bent gevallen.

•  U een wondje heeft dat langer dan 30 minuten blijft bloeden.

•  U bloed heeft in de ontlasting of urine.

•  U veel en langer dan 24 uur last heeft van braken.

•  U langer dan 48 uur last heeft van waterdunne diarree.

8. Belangrijk

Goede voedingsconditie

Het is belangrijk dat u tijdens de behandeling in een zo goed mogelijke voedingsconditie blijft. Hierdoor voelt u zich minder snel vermoeid en heeft u een betere weerstand tegen infecties. Daarnaast draagt een goede voedingsconditie ook bij tot een sneller herstel van de gezonde weefsels. Tijdens de behandeling hoeft u geen speciaal dieet te volgen, indien nodig zal de verpleegkundige met u bespreekbaar maken welke voedingsmiddelen u beter niet kunt gebruiken tijdens de behandeling. Wanneer u al een bepaald dieet volgt, overleg dan met de diëtist of u met dit dieet tijdens de behandeling kunt doorgaan.

In de brochure "Voeding bij kanker" van de Nederlandse Kankerbestrijding KWF, vindt u uitgebreide tips ten aanzien van voedingsproblemen. U kunt voor deze brochure terecht bij de oncologieverpleegkundige. Ook de website http://www.voedingenkankerinfo.nl/ biedt veel bruikbare informatie.

Gebruik van Kruiden- en voedingssuppletie tijdens behandeling

Het gebruik van kruiden- en voedingssupplementen om onder meer bijwerkingen van chemotherapie te verminderen en de kwaliteit van leven te verbeteren, kan mogelijk gevolgen hebben voor de behandeling. Uit onderzoek is gebleken dat verschillende kruiden- en voedingssupplementen een wisselwerking hebben met antikankermiddelen. Deze wisselwerking tussen kruiden- en voedingssupplementen en antikankermiddelen kan leiden tot verlaagde of verhoogde bloedspiegels van het antikankermiddel, met respectievelijk onderbehandeling of extra bijwerkingen tot gevolg. Wanneer u overweegt kruiden- en of voedingssupplementen of andere wijzen van alternatieve geneeswijzen te gebruiken wordt u geadviseerd dit te overleggen met uw behandelend arts en casemanager.

Vermoeidheid

Het is vaak niet duidelijk of vermoeidheid ontstaat als gevolg van de ziekte of van de behandeling. Het meest waarschijnlijke is dat het met allebei te maken heeft. Het groeien van een tumor kost namelijk veel energie. Daarnaast worden door de behandeling ook gezonde cellen vernietigd. Die gezonde cellen moeten zich weer herstellen en dat kost tijd en energie. Soms houden vermoeidheidsklachten ook na afloop van de behandeling aan. Hier is niet altijd een oorzaak voor aan te wijzen. Ondanks de vermoeidheid en verminderde energie is het van belang uw conditie op peil te houden, de vermoeidheid wordt namelijk niet minder door veel te rusten of passief te worden.

Omgang met uitscheidingsproducten

Bij chemotherapie kunnen reststoffen van de cytostatica in zowel urine, ontlasting als braaksel aanwezig zijn. Het is mogelijk dat deze reststoffen giftige bestanddelen bevatten. Het is verstandig dat de mensen in uw omgeving hier niet mee in aanraking komen. Denk hierbij aan huisgenoten en bezoek, maar eventueel ook aan de medewerkers van de Thuiszorg. De precieze duur waarin de reststoffen van de cytostatica in de uitscheidingsproducten aanwezig zijn, staat onder het behandelschema verderop. Voor meer informatie zie de folder 'Beschermende maatregelen thuis bij behandeling met chemotherapie'. Te vinden op de website www.bernhoven.nl dan wel toegevoegd in deze informatiemap. 

9. Gang van zaken tijdens de behandeling

Controle van uw bloed

Om zicht te houden op de aantallen bloedlichaampjes en bloedplaatjes in uw bloed, wordt uw bloed tijdens de behandeling regelmatig gecontroleerd. Hiervoor wordt een controleafspraak bij de arts of casemanager ingepland. Vooraf aan deze afspraak dient u bloed te laten prikken, hiervoor dient u een afspraak te maken met het laboratorium. Dit kan zowel 45-60 minuten voor de afspraak bij uw arts of casemanager, als u in Bernhoven bloed laat prikken, of een dag voor uw afspraak bij een prikpost bij u in de buurt. Daarnaast is het mogelijk dat, indien u moeilijk ter been bent, een medewerker van de Trombosedienst bij u thuis bloed afneemt. De oncologieverpleegkundige kan u hierover informeren.

Wanneer uit de controle blijkt dat uw bloed zich onvoldoende heeft hersteld, kan het nodig zijn dat uw kuur wordt uitgesteld of dat de dosering van uw medicatie wordt verminderd.

Belangrijk

Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, geef dit dan door aan uw arts. Geef ook bij de trombosedienst door dat u wordt behandeld met medicijnen tegen kanker.

Chemotherapie/doelgerichte therapie/ immunotherapie via tabletten, capsules, injectie en/of een infuus

  • Voor elke nieuwe kuur laat u (op de afgesproken datum en tijdstip) bloed prikken bij de bloedafnamedienst van het laboratorium.Hiervoor dient u een afspraak te maken op het laboratorium.
  • Vervolgens brengt u een bezoek aan de internist/oncoloog, de longarts, de oncologieverpleegkundige of de verpleegkundig specialist (in opleiding). Deze spreekt eventuele bijzonderheden met u door, schrijft recepten uit en maakt afspraken voor eventuele vervolgonderzoeken. Wanneer de uitslag van het bloed bekend is, krijgt u te horen of de kuur door kan gaan.
  • Het is mogelijk dat de controle afspraak telefonisch plaatsvindt, dit wordt in overleg met u ingepland. U laat dan 's morgens voor 10.30 uur bloed prikken en krijgt aan het eind van de ochtend of in de middag telefonisch de uitslag door. Bijzonderheden rondom uw behandeling worden dan besproken en uw gewicht wordt eventueel nagevraagd.
  • Wanneer de bloeduitslag niet goed is en de kuur niet door kan gaan, wordt er met u een nieuwe bloedcontrole afgesproken en afhankelijk daarvan wordt de volgende kuur gepland.
  • Als uw medicatie via een infuus of injectie moet worden toegediend zult u daarvoor naar het ziekenhuis moeten komen.
  • Op de geplande dag en tijdstip meldt u zich bij de Dagbehandeling Oncologie. U bereikt deze afdeling door het volgen van routenummer 144. Hier wordt u door de secretaresse of een oncologieverpleegkundige ontvangen.
  • De verpleegkundige brengt een infuusnaald in uw arm in, waardoor de cytostatica worden toegediend. Meestal krijgt u eerst via het infuus bepaalde medicijnen tegen misselijkheid toegediend.
  • Maak het bespreekbaar met uw casemanager wanneer het prikken van een infuus herhaaldelijk moeizaam verloopt. Uw casemanager kan met u kijken naar andere mogelijkheden tot het inbrengen van een infuus.
  • Een familielid of vriend(in) kan tijdens de toediening van de kuur de gehele tijd aanwezig zijn. In verband met ruimtegebrek wordt u echter vriendelijk verzocht om niet meer dan één persoon mee te nemen.
  • U hoeft op de dag van de toediening van de cytostatica niet nuchter te zijn. Het is juist beter wel wat te eten.
  • U kunt eventueel een boek, laptop en/of eigen muziek meenemen.
  • Indien u een kuur krijgt waarvoor u moet worden opgenomen neem dan nachtkleding, uw eigen medicatie en toiletartikelen mee
  • Na de behandeling gaat u weer naar huis. Bij sommige kuren wordt u opgenomen.
  • U mag tijdens het inlopen van chemotherapie niet van de afdeling af. Als er chemo inloopt willen we dat u op de afdeling blijft zodat we u kunnen observeren en sneller kunnen handelen bij complicaties. Loopt er een spoelzak tijdens uw behandeling dan mag u van de afdeling af.  Indien u andere medicatie krijgt of u krijgt alleen vocht dan kunt u met de verpleegkundige bespreken of u verder dan de loungeruimte mag gaan (bijvoorbeeld het restaurant of naar buiten).
  • Van de doktersassitent op de polikliniek of van de oncologieverpleegkundige krijgt u een laboratoriumformulier voor bloedafname en een afsprakenkaartje mee waarop de volgende poliklinische controle afspraak staat vermeld.
  • Bij het inplannen van vervolgafspraken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met uw wensen. Om logistieke redenen kunnen deze echter niet te allen tijde worden gehonoreerd.
  • U wordt afgeraden om zelf een auto te besturen, omdat niet bekend is hoe u op de behandeling gaat reageren.
  • Wanneer u tijdens uw behandeling een reis naar het buitenland wil maken, wordt u geadviseerd bij uw apotheek een AMO-lijst op te vragen. Raadpleeg daarnaast uw casemanager voor specifieke adviezen die passend zijn voor uw behandeling.

Planning kuren op de dagbehandeling oncologie

  • Het is moeilijk om alle behandelingen zo goed mogelijk in te plannen. Hierbij moeten we er ook voor zorgen dat er voldoende verpleegkundigen zijn om de zorg veilig te kunnen geven.De planning wordt gemaakt door de secretaresse van de dagbehandeling. Het is helaas niet mogelijk om rekening te houden met voorkeursdagen. U kunt bij uw casemanager aangeven of uw voorkeur uitgaat naar de ochtend of de middag, hiermee proberen we dan rekening te houden.

Chemotherapie/doelgerichte therapie/hormonale therapie via tabletten of capsules

  • Als uw behandeling alleen uit tabletten of capsules bestaat krijgt u van de oncologieverpleegkundige instructie hierover. U kunt de tabletten of capsules thuis innemen en hoeft hiervoor niet naar het ziekenhuis.
  • Lees de bijsluiter van de medicijnen goed door!
  • Als u heeft vergeten tabletten in te nemen, neemt u dan direct contact op met uw arts / oncologieverpleegkundige. Deze tabletten dient u niet alsnog in te nemen.
  • Als u meer tabletten heeft ingenomen dan uw arts heeft voorgeschreven, neemt u dan direct contact op met uw arts / oncologieverpleegkundige. Wacht met de inname van de volgende tabletten totdat u met uw arts / oncologieverpleegkundige heeft gesproken.
  • Als u na de inname van de tabletten moet braken, neemt u dan direct contact op met uw arts / oncologieverpleegkundige. Wacht met de inname van nieuwe tabletten. Uw arts kan medicijnen tegen de misselijkheid voorschrijven. Neem de volgende tabletten in volgens het schema.
  • Bewaar de tabletten niet boven 30°C, en alleen in de originele verpakking.
  • Wanneer u tijdens uw behandeling een reis naar het buitenland wil maken, wordt u geadviseerd bij uw apotheek een AMO-lijst op te vragen. Raadpleeg daarnaast uw casemanager voor specifieke adviezen die passend zijn voor uw behandeling.

RegioApotheek bij Bernhoven

Vanaf 1 januari 2015  worden de orale oncolytica, dit zijn tabletten of capsules voor de behandeling van kanker (met uitzondering van de hormonale medicijnen),via het ziekenhuis verstrekt. Deze medicijnen worden door de RegioApotheek bij Bernhoven geleverd. Dit geldt vanaf 1 januair 2022 ook voor de injecties om de rode en witte bloedcellen te stimuleren. 

Wanneer u een van deze medicijnen gebruikt, stuurt Bernhoven uw recept naar de RegioApotheek bij Bernhoven. Deze apotheek zorgt dat het recept wordt klaargemaakt en controleert of u deze geneesmiddelen kunt gebruiken in combinatie met eventueel andere geneesmiddelen die u gebruikt. U kunt vervolgens deze geneesmiddelen ophalen in de RegioApotheek. Om uw wachttijd zo kort mogelijk te houden kun u hiervoor gebruik maken van de snelbalie, dit is de meest linkse balie.

Als u uw geneesmiddel heeft ontvangen, is het belangrijk dat uw eigen apotheek op de hoogte is. Dan blijft uw medicatiedossier namelijk compleet. Daarom geeft de RegioApotheek iedere aflevering van uw geneesmiddel door aan uw eigen apotheek. Als u dit liever niet wilt, moet u dit aan hen doorgeven.

Uw gegevens

Om te zorgen dat de verstrekking van de geneesmiddelen goed verloopt, moet Bernhoven uw gegevens eenmalig verstrekken aan de RegioApotheek in Bernhoven. Het gaat om uw naam, adres, woonplaats en (mobiele) telefoonnummer. Ook de naam van uw eigen huisarts en apotheek zijn belangrijk. Daarvoor is uw schriftelijke toestemming nodig. Die kunt u verlenen door een apart formulier te ondertekenen en in te leveren bij de RegioApotheek.

Extra medicatie nodig?

Het kan zijn dat u niet genoeg geneesmiddelen op voorraad heeft. Bijvoorbeeld wanneer een afspraak met uw specialist wordt uitgesteld. Als dat zo is, kunt u contact opnemen met de dienstdoende casemanager voor een nieuw recept. Dan zorgt de RegioApotheek in Bernhoven dat u deze geneesmiddelen kunt komen ophalen.

De RegioApotheek is 24 uur per dag geopend gedurende 7 dagen per week en telefonisch bereikbaar onder nummer 0413-408780.

Algemene informatie

Samen met uw arts heeft u besloten dat u wordt behandeld met Osimertinib. Deze behandeling bestaat uit de inname van één medicijn. Daarnaast is het mogelijk dat u nog andere medicijnen krijgt die de behandeling ondersteunen, bijvoorbeeld om bepaalde bijwerkingen te beperken.

Behandelschema

Medicijnen

Dagelijks

Wijze van toediening

Osimertinib

(Tagrisso®)

1 x per dag 1 tablet van 80 mg

één maal per dag één tablet, rond hetzelfde tijdstip met of zonder voedsel

De tablet dient in zijn geheel met water te worden doorgeslikt, en mag niet worden gedeeld, gekauwd of fijngemalen

Voetnoot behandelplan

  • Tagrisso dient één maal per dag één tablet, rond hetzelfde tijdstip met of zonder voedsel te worden ingenomen. De tablet dient in zijn geheel met water te worden doorgeslikt, en mag niet worden gedeeld, gekauwd of fijngemalen.
  • Als u niet in staat bent om de tablet door te slikken, dan kan de tablet worden opgelost in 50 ml niet-koolzuurhoudend water. LET OP! Dit mag alleen in overleg met uw Casemanager! De tablet moet zonder deze eerst te verpulveren aan het water worden toegevoegd. Er moet worden geroerd tot de tablet is opgelost en onmiddellijk daarna moet de oplossing worden opgedronken. Het glas moet daarna weer tot de helft worden gevuld, om ervoor te zorgen dat er geen residu achterblijft. Dit water moet onmiddellijk worden opgedronken. Er mogen geen andere vloeistoffen worden toegevoegd.

  • Het recept voor de medicijnen die u thuis moet innemen wordt naar de RegioApotheek bij Bernhoven gefaxt. Deze medicijnen kunt u daar ophalen. Mocht u nog voldoende voorraad hebben van de medicatie die u zonodig mag gebruiken, kunt u dit ook aangeven bij de apotheek.

Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta

  • Osimertinib: geen risico

Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind

Deze informatie is relevant voor vrouwen én mannen in de vruchtbare leeftijd.
Vrouwen mogen tijdens de behandeling en ook in een bepaalde periode daarna meestal niet zwanger worden. Er kunnen risico’s zijn voor het ongeboren kind. Bij mannen is minder goed bekend of een behandeling, zoals chemotherapie, tijdelijk invloed kan hebben op de kwaliteit van het zaad en of dit risico’s met zich meebrengt voor het ongeboren kind.

Ook kan de behandeling van kanker ervoor zorgen dat u (later) minder vruchtbaar bent. Dit hangt af van het soort medicijnen, de combinatie van medicijnen, de dosering, het soort kanker en uw leeftijd.

Bespreek vóór de start van de behandeling wat dit in uw situatie betekent. Bijvoorbeeld of – en hoe lang – u maatregelen moet nemen om een zwangerschap te voorkomen.
Heeft u een kinderwens? Bespreek dan met uw zorgverlener de mogelijkheid van invriezen van sperma of eicellen vóór het starten van de behandeling.

Bijwerkingen en adviezen

Huidproblemen

Door de behandeling kan de huid geïrriteerd raken.

droge huid

Door de behandeling kan de huid droog en/of schilferig worden. De huid is kwetsbaar, omdat de aanmaak van huidcellen door de behandeling wordt verminderd.

U kunt de volgende klachten krijgen:

  • droge en/of schilferige huid
  • overgevoeligheid voor zonlicht
  • roodheid
  • jeuk
Advies

Advies huid:

  • gebruik bij voorkeur geen zeep tijdens het douchen of baden
  • gebruik bij voorkeur lauwwarm water.
  • gebruik een beetje amandelolie in het badwater om uw huid soepel te houden. Soms is een medicinale badolie nodig. Uw behandelend arts kan u hierover informeren. 
  • vermijd producten op alcoholbasis
  • gebruik alcoholvrije, verzachtende en vochtinbrengende crème 
  • probeer felle zon te vermijden
  • gebruik altijd een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (20 of hoger)
  • gebruik tegen de jeuk een koelzalf of mentholpoeder.

huiduitslag

Door de behandeling kunt u huiduitslag krijgen. We spreken van uitslag wanneer er op de huid bepaalde veranderingen optreden zoals roodheid, vlekken, puisten, pukkels of blaasjes. Dit kan optreden over de gehele huid of in de vorm van een plaatselijke uitslag. 

Een veel voorkomende vorm van huiduitslag is een allergische reactie op medicijnen. Netelroos is daar een voorbeeld van. Een ander woord voor netelroos is galbulten. De allergische reactie uit zich door een jeukende, rode uitslag. Deze huiduitslag is vergelijkbaar met de huiduitslag na contact met een brandnetel. Klachten bij huiduitslag zijn:

  • roodheid van de huid
  • jeuk
  • bultjes
  • verdikte huid
  • overgevoeligheidsreactie/allergische reactie (in de vorm van gordelroos of netelroos)
Advies
  • huidreacties kunnen verergeren door de blootsteling aan zonlicht. Vermijd daarom fel licht op de huid en bescherm de huid met kleren en zonnebrand-crème.
  • verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. Ze zijn zonder recept verkrijgbaar
  • voorbeelden voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
  • voorbeelden voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
  • metholgel kan de huid verkoeling geven

jeuk

De behandeling kan jeuk geven. Heeft u ergens jeuk, dan heeft u de drang geeft om te krabben of te wrijven. Klachten door jeuk kunnen zijn:

  • roodheid
  • uitslag van de huid
  • onrustig gevoel
  • slecht slapen
Advies
  • probeer niet te krabben; concentreert u zich op iets anders
  • knip uw nagels in elk geval heel kort en houdt ze schoon
  • jeuk wordt soms erger door warmte of door contact met kleding of beddengoed; probeer hier rekening mee te houden
  • verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar ze houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. Ze zijn zonder recept verkrijgbaar
  • voorbeelden voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
  • voorbeelden voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
  • mentholgel kan een verkoelend effect geven op de huid

puistjes

U kunt door de behandeling last krijgen van puistjes. Dit kunt u vrij snel na het starten van de behandeling krijgen. De puistjes lijken op acné, maar is geen acné. De puistjes komen vooral voor in het gezicht, op de borst, de rug en de ledematen. Na de puistjes kunnen er bruine vlekjes ontstaan: pigmentvlekjes. De kans hierop wordt vergroot door blootstelling aan zonlicht.

Het is belangrijk de puistjes op tijd te behandelen met speciale zalf om infecties te voorkomen. Deze puistjes mogen niet behandeld worden met anti-acné middelen.

Advies

Neem bij het ontstaan van de puistjes direct contact op met uw behandelend arts of verpleegkundige.

Wat kunt u zelf doen?

  • laat uw huid zoveel mogelijk met rust, probeer niet te krabben
  • was uw huid met lauw water en gebruik geen zeep
  • gebruik een pH-neutrale wasemulsie
  • dep de huid voorzichtig droog
  • vermijd felle zon en het gebruik van de zonnebank. Gebruik bij zonnig weer een zonnebrandcrème met beschermingsfactor 30 of hoger als u lang in de zon verblijft
  • draag zoveel mogelijk katoen; dit irriteert de huid minder dan synthetische stoffen

Maag-darmklachten

Door de behandeling kunt u last krijgen van maag-darmklachten. Dit zijn klachten die te maken hebben met het spijsverteringskanaal. Deze loopt van de mond tot en met de anus. Klachten kunnen zijn: een ander ontlastingspatroon, maag- of buikpijn, opgeblazen gevoel of winderigheid.

diarree

Diarree is waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 3 keer per dag naar de wc moet. Bij diarree nemen de darmen minder vocht en voedingsstoffen op. Dit komt door irritatie van de darmen, waardoor de darmen minder goed werken. Vaak komt de aandrang plotseling. En is het ophouden van de diarree moeilijk of lukt het zelfs helemaal niet.

De volgende klachten kunnen optreden:

  • een waterige of dunne ontlasting
  • bloed of slijm bij de ontlasting
  • buikpijn en/of buikkrampen
  • opgeblazen gevoel
  • vaak naar de wc moeten
  • misselijk zijn en overgeven
  • koorts
  • als u een stoma heeft voor de ontlasting, moet u het zakje vaker legen dan normaal.
Advies

Wat moet u doen bij diarree:

  • Neem contact op met uw zorgverlener als u:
    • langer dan 24 uur diarree heeft.
    • bloed of slijm bij de ontlasting heeft.
    • moet overgeven en diarree heeft.
  • Houd bij hoe vaak en hoe veel ontlasting u heeft.
  • Door de diarree verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade. Varieer met zowel zoete als zoute dranken. Genoeg drinken kan in het begin lastig zijn, omdat u niet altijd dorst heeft. Het kan dan helpen om op te schrijven wat u heeft gedronken.

Wat kunt u nog meer doen bij diarree:

  • Voeding is meestal niet de oorzaak van diarree. Een streng dieet is niet nodig. Wel kan het helpen om verschillende dingen te eten. Vasten of minder eten is niet verstandig.
  • Vermijd koffie, alcohol, zure dranken, producten met zoetstoffen of producten met lactose.
  • Eet of drink (tijdelijk) meer zout. Als u diarree heeft, verliest u meer zout dan normaal. Neem regelmatig een kopje soep of bouillon. Overleg met uw zorgverlener als u niet te veel zout mag eten.
  • Eet kleine porties. Kies in plaats van 3 grote maaltijden voor kleinere porties verdeeld over de dag.

Neem nooit medicijnen, supplementen of probiotica (bacteriën die de darmen kunnen helpen) tegen diarree zonder dit met uw zorgverlener te bespreken.

Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt eten bij diarree.

Ook kunt u bij diarree last krijgen van wondjes en pijn rondom de anus. Hieronder vindt u adviezen wat u moet doen als u wondjes en/of pijn rondom uw anus heeft:

  • Maak uw huid schoon met zacht toiletpapier.
  • Was de huid al deppend zonder zeep.
  • Gebruik vette zalf rondom het anale gebied om de jeuk te verzachten.

Laatst gewijzigd: 15 april 2025

minder zin in eten

Uw behandeling kan ervoor zorgen dat u minder zin hebt in eten. Meestal is dit tijdelijk. Als u last heeft van minder zin in eten, kunnen de volgende klachten optreden: 

  • minder eten dan normaal, of helemaal niet eten
  • weinig of geen interesse in eten
  • afvallen
  • andere smaak
  • moe zijn

Het is belangrijk om genoeg energie (calorieën), eiwitten, vocht en voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen binnen te krijgen. Hieronder vindt u adviezen over wat u kunt doen als u minder zin heeft in eten. 

Advies
  • Eet wanneer u honger heeft. U hoeft niet te wachten op vaste eetmomenten.
  • Eet kleine porties. Neem meerdere kleinere maaltijden en/of tussendoortjes op een dag, in plaats van 3 grote maaltijden.
  • Kies voor energierijke voeding en volle producten.
  • Probeer ander eten uit dan normaal of maak het eten op een andere manier klaar.
  • Zorg dat u een (energierijk) tussendoortje bij u heeft als u ergens naar toe gaat.
  • Drinken gaat soms makkelijker dan eten.  U kunt bijvoorbeeld een smoothie drinken met kwark, fruit en wat havermout.
  • Probeer vlak voor of tijdens een maaltijd niet veel te drinken, daardoor neemt de eetlust af.
  • Als de geur van eten u stoort, probeer dan eten te eten dat koud is of op kamertemperatuur is.
  • Maak de maaltijden zo ontspannen mogelijk. Voor sommige mensen is het fijn om afleiding te hebben van de televisie, muziek of gezelschap. Anderen vinden het juist fijn om in een rustige ruimte te eten.
  • Bespreek uw klachten met uw zorgverlener. Deze gaat samen met u bekijken wat er mogelijk is. 

Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt doen als u minder eetlust heeft.

Kijk hier welke diëtisten bij u in de buurt u kunnen helpen met uw klachten. 

Laatst gewijzigd op 06-01-2025

Nagelveranderingen

De behandeling kan effect hebben op uw nagels. Klachten treden meestal een paar weken na het starten van de behandeling op. Uw nagels kunnen:

  • minder hard groeien
  • witte lijnen krijgen
  • droger, brozer en/of zachter worden
  • verkleuren
  • splijten, breken en/of loslaten

De veranderingen aan de nagels ontstaan heel geleidelijk en verdwijnen meestal ook weer langzaam na de behandeling.

Een vervelende en pijnlijke bijwerking is een nagelriemontsteking. Uw vinger of teen is dan rood, pijnlijk en vaak ook warm en gezwollen, soms met pus gevuld.

Meld deze klacht meteen aan uw behandelend arts of oncologieverpleegkundige. Dat kan verergering voorkomen. Een verwaarloosde nagelriemontsteking kan leiden tot bloedvergiftiging. 

Advies
  • knip nagels niet te kort.
  • knip de nagels recht af.
  • vijl 1 richting op, niet heen-en-weer. De kans op scheurtjes is dan kleiner.
  • gebruik een vijl of nagelschaar om gebroken of gescheurde nagels glad te krijgen. Scheur ze niet verder af.
  • u kunt uw nagels gewoon lakken. Bij broze nagels kunt u een nagelversterker gebruiken.
  • gebruik liever geen kunstnagels. Ze kunnen uw nagels beschadigen. Bovendien is de lijm en remover die u nodig heeft, niet goed voor uw nagels.
  • smeer nagelriemen in met antiseptische crèmes.
  • als u veel problemen met de nagels heeft, overleg dan met uw behandelende arts over het inschakelen van een manicure en/of pedicure
  • vind in de Verwijsgids Kanker een oncologisch voetverzorger in de buurt 
  • vind in de Verwijsgids Kanker een oncologisch handzorgverlener in de buurt

Pijnlijke mond

Door de behandeling tegen kanker kan het slijmvlies in de mond ontstoken en beschadigd raken. Dit wordt ook wel orale mucositis genoemd. Deze klachten verdwijnen weer na stoppen met de behandeling. Hoe snel dat is hangt af van de behandeling die u heeft gehad.

De volgende klachten kunnen optreden:  

  • zweren / blaren in de mond
  • rood mondslijmvlies
  • zwelling van het tandvlees of mondslijmvlies
  • snel bloedend tandvlees
  • brandend gevoel in mond of keel
  • pijn in de mond 
  • problemen met slikken
  • problemen met eten
  • andere smaak
  • droge mond

Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.

Advies
  • Het is belangrijk om een goed verzorgd en gezond gebit te hebben voor de behandeling. Zorg daarom dat u regelmatig naar de tandarts gaat. Moet u tijdens de behandeling naar de tandarts? Vertel dan altijd dat u behandeld wordt en noem de soort behandeling die u krijgt (chemotherapie, doelgerichte therapie, immuuntherapie, hormonale therapie).
  • Spoel uw mond met zout water. Los daarvoor één theelepel zout op in een glas lauw water. Dit mag u meerdere keren per dag doen.
  • Zorg voor een goede mondhygiëne. Poets uw tanden 2 tot 3 keer per dag. Gebruik hiervoor een zachte (elektrische) tandenborstel en tandpasta met fluoride. Is uw mondslijmvlies gevoelig? Gebruik dan een tandpasta met fluoride, maar zonder menthol of SLS (Sodium Lauryl Sulfaat). Menthol en SLS kunnen het mondslijmvlies irriteren en gevoeliger maken.
  • Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee of bouillon.
  • Vermijd scherp gekruide producten, zure producten, erg zoute producten, dranken met prik, vruchtensappen, alcohol en sportdrank. 
  • Kies voor zacht en/of vloeibaar eten.
  • Kou, zoals ijs of koud drinken, kan helpen om de pijn te verzachten.
  • Neem bij de volgende klachten contact op met uw zorgverlener:
    • koorts (38,5 graden of meer)
    • bloedende zweren of blaren in de mond of keel
    • de pijn te erg wordt of u niet meer goed kunt eten, drinken en slikken

Neem bij twijfel altijd contact op met uw zorgverlener. Uw zorgverlener kan samen met u kijken wat er mogelijk is. U kunt bijvoorbeeld medicijnen tegen de pijn krijgen.

Adviezen voor mensen met een kunstgebit:

  • Draag het kunstgebit niet in de nacht.  
  • Borstel het kunstgebit schoon met neutrale zeep. 
  • Als u last heeft van mucositis, draag het kunstgebit dan zo weinig mogelijk om de slijmvliezen genoeg rust te geven.  

Kijk bij Hulp en ondersteuning op kanker.nl welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met een pijnlijke mond. 

Laatst gewijzigd op 07-01-2025