Olaparib

Geselecteerde behandeling: doelgerichte therapie
Inleiding
Als u hoort dat u kanker heeft, komt er veel op u en uw naasten af. Uw behandelend arts heeft met u gesproken over uw ziekte en behandeling. Tijdens uw behandeling in het Haaglanden Medisch Centrum (HMC) wordt u behandeld door het team van de arts en de verpleegkundig specialist. Indien u behandeld wordt op de longoncologie maakt de physician assistant ook deel uit van het team. De verpleegkundig specialist is uw vaste aanspreekpunt.
Soorten kanker
Er bestaan veel verschillende soorten kanker. De meeste soorten kanker krijgen de naam van de plek in het lichaam, waar de kanker ontstaat, bijvoorbeeld borstkanker, darmkanker of longkanker.
Kanker kan zich verspreiden via het bloed of het lymfestelsel. Zo komt de kanker op andere plaatsen in het lichaam terecht. Dit noemen we uitzaaiingen of metastasen.
Behandelingen
Binnen het HMC behandelen we kanker met medicijnen. Het kan zijn dat u deze medicijnen krijgt via tabletten, een injectie of een infuus. Is er kans op genezing? Dan krijgt u een curatieve behandeling. Het doel van deze behandeling is gericht om u te genezen van kanker.
Kunt u niet meer genezen? Dan krijgt u een palliatieve behandeling. Deze behandeling kan de groei van de kanker remmen en kan pijn en andere ongemakken proberen te verbeteren.
Soorten behandelingen met medicijnen
Chemotherapie
Chemotherapie bestaat uit medicijnen die kankercellen doden of de groei van kankercellen remmen (Toediening: tablet of infuus).
Doelgerichte behandeling
Doelgerichte therapie (targeted therapy) valt de kankercellen heel precies aan. Deze medicijnen worden vaak 'remmers' genoemd, bijvoorbeeld HER2-remmers, VEGF-remmers of EGFR-remmers (Toediening: tablet of infuus).
Immunotherapie
Immunotherapie gebruikt het immuunsysteem om de kankercellen aan te vallen. De behandeling maakt het immuunsysteem sterker of extra actief om de kanker te bestrijden (Toediening: infuus).
Anti-hormonale therapie
Anti-hormonale therapie beperkt de aanmaak van hormonen, of verminderd de invloed van hormonen (Toediening: tablet of injectie).
Praktische informatie
Afdeling H2groen
De behandeling met een infuus of injectie vindt plaats op de afdeling interne oncologie van het HMC, locatie Antoniushove. Meld u zich hiervoor op de afgesproken dag en tijd bij de balie. Deze bevindt zich op de tweede etage, route groen. De oncologieverpleegkundige meet uw temperatuur, hartslag en bloeddruk. Vervolgens plaatst de verpleegkundige een infuusnaald en start de behandeling. Tijdens de behandeling ligt u in een bed op een één- of meerpersoonskamer. Bij een dagopname mag één van uw naasten tijdens de behandeling bij u aanwezig zijn. Als u meer dan één dag in het ziekenhuis verblijft, mag één van uw naasten ook buiten bezoektijden bij u langskomen. Voor andere bezoekers gelden de normale bezoektijden.
Polikliniek
Voor de start van een (nieuwe) kuur heeft u regelmatig een afspraak op de polikliniek. De arts, verpleegkundig specialist, oncologieverpleegkundige of physician assistant controleert de bloedwaarden en klachten. Tijdens deze afspraak krijgt u indien nodig nieuwe medicijnen mee voor de volgende kuur. Voor de bloedafname is het maken van een afspraak nodig.
In het patiënten portaal MijnHMC vindt u onder andere de voor u gemaakte afspraken, formulieren voor bloedafname en uitslagen van (bloed)onderzoek. De afspraken voor de behandelingen staan onder “opnames”. Wenst u afspraken via de post te ontvangen dan kunt u dit aangeven bij de doktersassistenten.
Bloedafname
Afspraken voor bloedprikken maakt u via ons patiëntenportaal mijnHMC of telefoonnummer 088 979 28 54 (maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.00 uur).
Op de volgende website vindt u aanvullende informatie en locaties van bloedafname: https://www.haaglandenmc.nl/afdeling/bloedafname/
U kunt voor bloedafname terecht in HMC Antoniushove, HMC Bronovo of HMC Westeinde. Maar u kunt ook bloedprikken bij een servicepunt bij u in de buurt.
Apotheek
In de hal van locatie Antoniushove en Westeinde bevindt zich een apotheek. Beide apotheken zijn zeven dagen per week en ook in de avond geopend.
Voor herhaal recepten maakt u bij voorkeur gebruik van een e-recept, via patiëntenportaal mijnHMC. U kunt ook tijdens het consult vragen om een herhaalrecept. Let op, vraag uw recept op tijd aan. Het kan tot 3 werkdagen duren, voordat u uw recept kunt ophalen bij uw apotheek!
Eten en drinken tijdens uw behandeling
De patiënt ontvangt eten en drinken tijdens het verblijf op de afdeling. Bezoekers en begeleiders ontvangen een kortingscoupon van het ziekenhuis restaurant.
Vervoersvergoeding
Informeer bij uw zorgverzekeraar hoe u in aanmerking komt voor een (taxi) vergoeding en wat hier voor nodig is om deze aan te vragen.
Gratis parkeren
Vindt uw behandeling plaats op de afdeling interne oncologie/hematologie? Dan krijgt u een uitrijkaart voor de parkeergarage.
Heeft u een kuur die meer dagen duurt? Dan krijgt u alleen een uitrijkaart op de dag dat u weer naar huis gaat.
Vraag de uitrijkaart aan bij de aankomstbalie op de verpleegafdeling.
Informatieplein oncologie
Het Informatieplein bevindt zich in HMC locatie Antoniushove, links van de hoofdingang aan de buitenzijde. Het biedt ondersteuning en een bezoek wordt aangeraden aan iedereen die te maken krijgt met kanker. Vraag uw verpleegkundig specialist voor meer informatie of kijk op de website: https://www.haaglandenmc.nl/afdeling/kankerzorg-informatieplein-oncologie/
Algemene bijwerkingen
Een behandeling kan bijwerkingen geven. Het verschilt per persoon wat deze zijn. De mogelijke algemene bijwerkingen worden hieronder beschreven.
Vermoeidheid
U kunt last krijgen van vermoeidheid, concentratieverlies en geheugenproblemen.
Na de behandeling kunnen deze klachten nog langere tijd aanhouden.
Kijk voor meer informatie over vermoeidheid op: https://www.kanker.nl/soorten-behandelingen/chemotherapie/bijwerkingen/vermoeidheid
Voeding
De behandeling of de kanker zelf kan klachten geven, waardoor eten moeilijk wordt. Bijvoorbeeld omdat u misselijk bent of omdat uw smaak verandert. De behandeling kan veel energie van uw lichaam vragen. Mogelijk verliest u gewicht of wordt u zwaarder.
We geven u enkele algemene adviezen over voeding tijdens de behandeling:
- Eet en drink geen (sap van) grapefruit, mineola, pomelo, ugli, tangelo of sevilla;
- Gebruik geen sint-janskruid;
- Het advies is om geen alcohol te drinken;
- Sommige medicijnen, kruidenproducten en vitamines hebben invloed op de werking van uw behandeling. Overleg altijd met uw arts of apotheker.
Kijk voor meer voedingsadviezen op: https://www.wkof.nl/leven-met-kanker/voedingenkankerinfo/ en https://www.kanker.nl/algemene-onderwerpen/voeding/wat-kunt-u-doen/voeding-en-de-behandeling-van-kanker
Haaruitval
Sommige medicijnen veroorzaken volledige haaruitval. Adressen van haarwerkspecialisten in uw omgeving kunt u vinden op: https://www.verwijsgidskanker.nl/
Bij sommige chemotherapiemiddelen kan hoofhuidkoeling toegepast worden om de kans op haaruitval te verminderen. Uw arts of verpleegkundig specialist kan u vertellen of dit bij u toepasbaar is.
Tandarts
Krijgt u chemotherapie? Laat dan een tandarts uw gebit vóór de chemokuren controleren. Sommige soorten chemotherapie kunnen problemen met het gebit erger maken. Heeft u een behandeling aan uw gebit nodig? Overleg dan eerst met uw verpleegkundig specialist of behandelend arts voor dat u een ingreep van de tandarts tijdens uw anti-kanker behandeling laat uitvoeren.
Psychische en sociale gevolgen
Het kan moeilijk zijn om met kanker om te gaan. Kanker kan immers veel veranderen in uw leven, bijvoorbeeld op het werk of in relaties. Soms kunt u door lichamelijke beperkingen (tijdelijk) niet werken of dagelijkse dingen niet meer doen. De toekomst kan onzeker zijn. Vraag uw verpleegkundig specialist of behandelend arts voor een verwijzing naar een psycholoog, als u daar behoefte aan heeft.
Moeite met onthouden en concentreren
Door de behandeling kunt u last krijgen van problemen met uw geheugen en concentratie. We noemen dit een 'chemobrein'.
Kijk voor meer informatie over moeite met denken, onthouden en concentreren op: https://www.kanker.nl/cognitieve-problemen
Leefstijl
Gezonde voedings- en eetgewoonten, een gezond beweegpatroon, voldoende ontspanning en goed kunnen slapen zijn van belang voor een goede leefstijl. Een goede leefstijl kan een rol spelen in het voorkomen van (de terugkeer) van kanker. De huisarts kan u meer informatie geven over leefstijladviezen.
Op de website https://www.kanker.nl/hulp-en-ondersteuning/vind-hulp/themas/9 kunt u meer informatie vinden over leefstijl en kanker.
Invloed op seksualiteit en intimiteit
Intimiteit en seks zijn vaak niet meer hetzelfde na de diagnose en behandeling van kanker. Vraag gerust om advies aan uw verpleegkundig specialist of behandelend arts.
Kijk voor meer informatie over kanker en intimiteit op: https://www.kanker.nl/seksualiteit
Invloed op vruchtbaarheid
Voor zowel mannen als vrouwen heeft de behandeling van kanker invloed op een eventuele kinderwens en vruchtbaarheid. Tijdens de behandeling met systemische therapie is het van belang om geen zwangerschap tot stand te brengen. Kijk voor meer informatie op: https://www.kanker.nl/vruchtbaarheid of https://www.kanker.nl/gevolgen-van-kanker/vruchtbaarheid-en-kanker/algemeen/kanker-en-een-kinderwens-wat-kun-je-doen#show-menu
Kinderen
Als een ouder kanker heeft, beïnvloedt dat ook de kinderen en het gezinsleven.
Kijk voor meer informatie over kanker en uw gezin op: https://www.kanker.nl/kanker-en-je-gezin
http://www.kankerspoken.nl/ biedt hulp aan kinderen die een ouder met kanker hebben.
Lange termijn gevolgen
Kijk voor problemen en gevolgen van kanker op lange termijn op https://www.kanker.nl/soorten-behandelingen/chemotherapie/gevolgen/langetermijngevolgen-van-chemotherapie
Autorijden
De medicijnen tegen kanker kunnen uw rijvaardigheid beïnvloeden. U mag dan meestal niet zelf naar huis rijden. Bespreek dit met uw verpleegkundig specialist of behandeld arts of kijk op: https://www.rijveiligmetmedicijnen.nl. Zorg voor vervoer op de dag van de kuur, als dat nodig is.
Nederlandse Kankerregistratie
De Nederlandse Kankerregistratie (NKR) verzamelt anonieme gegevens van iedereen in Nederland die kanker heeft.
Lees meer over de NKR op: https://www.kanker.nl/algemene-onderwerpen/cijfers-over-kanker/hoe-komen-deze-cijfers-tot-stand/registratie-van-kanker-in-nederland
Behandelschema
Olaparib
Medicament |
Toedieningsmoment |
Toedieningswijze |
Olaparib |
Twee maal per dag |
Tablet |
Overige medicatie
Medicament |
Waarom |
Wanneer |
Metoclopramide |
Bij misselijkheid |
Zo nodig, maximaal 3 keer per dag 1 tablet |
Bereikbaarheid ziekenhuis
Tijdens de behandeling kunt u met vragen en/of klachten contact op nemen met het ziekenhuis. Overdag is de polikliniek oncologie-hematologie bereikbaar van 8 uur tot 16.30 uur. Via ons patiëntenportaal mijnHMC is het mogelijk om herhaalrecepten aan te vragen en niet dringende vragen te stellen aan uw medisch specialist of verpleegkundig specialist. In de avond, nacht, weekend en feestdagen kunt u contact op nemen met de afdeling H2 groen van locatie Antoniushove.
Polikliniek oncologie-hematologie: 088-979 4334
Afdeling H2 groen: 088-979 4510
Bij de volgende klachten verzoeken wij u direct contact op te nemen met het ziekenhuis:
- Temperatuur boven 38,2 °C
- Koude rillingen
- Bloedverlies dat niet stopt (bijvoorbeeld een bloedneus)
Bij de volgende klachten verzoeken wij u om overdag contact op te nemen met het ziekenhuis:
- Als u meerdere keren per dag braakt en/of de medicijnen tegen de misselijkheid niet helpen
- Diarree; meer dan 4 keer per dag waterdunne ontlasting
- Verstopping (harde/ moeizame ontlasting); langer dan 48 uur geen ontlasting
- Pijnlijke ontsteking van het mondslijmvlies
Wie wanneer te bellen?
Wanneer |
Wie |
In levensbedreigende situaties. |
Bel 112 |
Voor vragen, klachten, advies of afspraken die te maken hebben met uw oncologische ziekte en/of behandeling. |
Bel de polikliniek interne oncologie: 088-979 4334. U krijgt altijd eerst een polimedewerker aan de telefoon. Kan de polimedewerker uw vraag niet beantwoorden? Of wilt u de verpleegkundig specialist spreken? Dan zal de polimedewerker een belafspraak voor u inplannen. |
Plotselinge of nieuwe klachten die te maken hebben met uw oncologische ziekte. Denk bijvoorbeeld aan koorts, pijn of benauwdheid. |
Bel de polikliniek interne oncologie via 088-979 4334. Doe dit maandag t/m vrijdag tussen 08.00-16.30 uur. Krijgt u deze klachten ’s avonds, ’s nachts of in het weekend? En zijn de klachten te erg om te wachten tot de volgende werkdag? Bel dan: 088-979 4510. |
Niet urgente vragen of opmerkingen. |
E-consult via mijnHMC.patiëntenportaal mijnHMC |
(Herhaal) recepten. |
E-recept via mijnHMC.patiëntenportaal mijnHMC |
Bij klachten die niet te maken hebben met kanker en de behandeling hiervan. |
Via uw huisarts. |
Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta
- Olaparib: geen risico
Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind
Deze informatie is relevant voor vrouwen én mannen in de vruchtbare leeftijd.
Vrouwen mogen tijdens de behandeling en ook in een bepaalde periode daarna meestal niet zwanger worden. Er kunnen
risico’s zijn voor het ongeboren kind. Bij mannen is minder goed bekend of een behandeling, zoals chemotherapie,
tijdelijk invloed kan hebben op de kwaliteit van het zaad en of dit risico’s met zich meebrengt voor het ongeboren
kind.
Ook kan de behandeling van kanker ervoor zorgen dat u (later) minder vruchtbaar bent. Dit hangt af van het soort medicijnen, de combinatie van medicijnen, de dosering, het soort kanker en uw leeftijd.
Bespreek vóór de start van de behandeling wat dit in uw situatie betekent. Bijvoorbeeld of – en hoe lang – u
maatregelen moet nemen om een zwangerschap te voorkomen.
Heeft u een kinderwens? Bespreek dan met uw zorgverlener de mogelijkheid van invriezen van sperma of eicellen vóór
het starten van de behandeling.
Middelen met hun bijwerkingen
Olaparib (doelgerichte therapie)
Bijwerkingen en adviezen
Andere smaak
Door de behandeling kan uw smaak veranderen. Wat u proeft of hoe iets smaakt verandert door verhoging of verlaging van de zogenoemde ‘smaakdrempels’ De uitgesproken smaken zoals zoet, zout, zuur of bitter worden anders geproefd. Een bittere smaak (‘metalig, gallig’) kan overheersen. Uw smaak kan ook verminderen.
Ook uw reuk zal misschien veranderen:
- er kan een ongevoeligheid voor geuren ontstaan (u ruikt veel minder of niks)
- of juist een overgevoeligheid voor geuren (u ruikt alles sterker)
- beiden hoeven niet overeen te komen met de smaak
Advies
Uw reuk- en smaakvermogen kan per dag wisselen. Om toch met plezier te kunnen blijven eten, is het belangrijk te experimenteren met het bereiden van eten en drinken.
- zorg ervoor dat het eten er aantrekkelijk en lekker uitziet
- dat u voldoende drinkt; dit laatste is erg belangrijk. Voldoende betekent dat u per dag 1½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
- er zijn recepten ontwikkeld speciaal voor mensen met smaakverandering bij kanker. Bekijk hier de recepten
U kunt bij uw arts vragen naar een doorverwijzing naar een diëtist.
Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.
Lees hier meer over voeding en kanker
Benauwd zijn
Als u benauwd bent, heeft u moeite met ademen. Het voelt alsof u te weinig lucht krijgt. Dit kan u een angstig en gespannen gevoel geven.
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- kortademig zijn
- moeite om adem te halen als u rust, eet of praat
- snel ademen
- piepend ademen
- pijn bij het ademen
- snelle hartslag
Advies
- Zoek balans en wissel momenten van inspanning en ontspanning/rust met elkaar af.
- Neem de tijd voor dingen die energie kosten. Verdeel activiteiten bijvoorbeeld in kleinere stappen.
- Vraag familie, vrienden en kennissen om te helpen.
- Zit of lig in een houding waarbij uw longen ruimte krijgen. Probeer bijvoorbeeld eens wat rechterop te gaan zitten.
- Doe ademhalingsoefeningen. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan u hierbij helpen.
- Doe ontspanningsoefeningen. Meditatie of luisteren naar muziek kan helpen om een minder benauwd gevoel te hebben.
- Zorg voor frisse lucht in huis voor luchtventilatie. U kunt bijvoorbeeld een ventilator gebruiken.
- Rookt u? Stop dan met roken.
- Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
- benauwd bent tijdens of na uw behandeling en deze niet verbetert.
- pijn heeft bij het ademen.
- moeite heeft met praten door het benauwd zijn.
- duizelig of zwak bent.
Kijk in Hulp en ondersteuning op kanker.nl welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met ademhalingsoefeningen of stoppen met roken.
Laatst gewijzigd op 15 april 2025
Duizelig zijn
Door de behandeling kunt u duizelig worden. Klachten kunnen zijn:
- u kunt zich licht in het hoofd voelen
- een onvast gevoel in de benen hebben
- een draaierig gevoel hebben
Advies
U kunt de klachten verlichten of proberen te voorkomen door rustig op te staan of langzaam van houding te veranderen en niet plotseling te bewegen.
Longklachten
Door de behandeling kunnen de longen worden aangetast en kan de longfunctie verminderen.
Klachten kunnen zijn:
- hoesten zonder opgeven van slijm
- kortademigheid, eerst bij lichamelijke inspanning en later ook in rust
- moeizame ademhaling
- druk op de borst
- vermoeidheid
- benauwdheid
- snelle ademhaling
- koorts (bijvoorbeeld bij een longontsteking)
Advies
Sommige longklachten (zoals longontsteking, longoedeem of longembolie) zijn ernstig, maar geven dezelfde klachten als minder ernstige longklachten. Meld daarom klachten altijd bij uw behandeld arts.
Maag-darmklachten
Door de behandeling kunt u last krijgen van maag-darmklachten. Dit zijn klachten die te maken hebben met het spijsverteringskanaal. Deze loopt van de mond tot en met de anus. Klachten kunnen zijn: een ander ontlastingspatroon, maag- of buikpijn, opgeblazen gevoel of winderigheid.
misselijk zijn en overgeven
Door de behandeling kunt u misselijk worden en overgeven. Het hangt af van de kankersoort en behandeling hoeveel last u hiervan heeft.
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- kokhalzen en overgeven
- minder zin in eten
- maagklachten, zoals een vol gevoel of pijn in de maag
- buikpijn of buikkrampen
- opgezette buik
Misselijk zijn en overgeven zijn vervelende bijwerkingen en kunnen u beperken in uw dagelijks leven. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.
Advies
- Het is belangrijk dat u uw medicijnen altijd inneemt zoals u met uw zorgverlener hebt besproken. Houdt u aan de vaste tijden om uw medicijnen in te nemen, ook als u niet misselijk bent.
- Door het overgeven verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade.
- Eet kleine porties. Neem meerdere kleinere maaltijden en/of tussendoortjes op een dag, in plaats van 3 grote maaltijden.
- Forceer het eten niet. Eet op momenten wanneer u minder misselijk bent en pauzeer bij hevige misselijkheid.
- Eet geen vet, gefrituurd, zoet, zuur of scherp gekruid eten.
- Vermijd sterke geuren tijdens het eten. Als de geur van eten u stoort, vraag anderen om het eten klaar te maken.
- Als de geur van eten u stoort, probeer dan eten te eten dat koud is of op kamertemperatuur is.
- Maak het eten zo ontspannen mogelijk. Voor sommige mensen is het fijn om afleiding te hebben van de televisie, muziek of gezelschap. Anderen vinden het juist fijn om in een rustige ruimte te eten.
- Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals buiten wandelen of yoga, kan ervoor zorgen dat u minder last heeft van misselijk zijn en overgeven.
- Doe ontspanningsoefeningen. Massages, luisteren naar muziek en mediteren kunnen helpen tegen misselijk zijn.
- Wilt u acupunctuur of acupressuur proberen? Bespreek dit dan eerst met uw arts.
- Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
- langer dan 24 uur moet overgeven.
- niet voldoende kunt drinken (minder dan 1,5 liter per dag) en/of als u last heeft van uitdroging. Dit is bijvoorbeeld te merken aan een droge mond en droge huid. En aan weinig of niet kunnen plassen en donkerbruine plas.
Uw zorgverlener kan samen met u kijken wat er mogelijk is. Dit hangt af van uw klachten. U kunt bijvoorbeeld extra medicijnen krijgen tegen het misselijk zijn.
Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt doen als u last heeft van misselijk zijn en overgeven. Vind hier een dietist bij u in de buurt die u kan helpen met deze klachten.
Laatst gewijzigd op 15 april 2025
buikpijn
Door de behandeling kunt u pijn in de buik krijgen. Dat kan van de maagstreek tot in de onderbuik zijn.
diarree
Diarree is waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 3 keer per dag naar de wc moet. Bij diarree nemen de darmen minder vocht en voedingsstoffen op. Dit komt door irritatie van de darmen, waardoor de darmen minder goed werken. Vaak komt de aandrang plotseling. En is het ophouden van de diarree moeilijk of lukt het zelfs helemaal niet.
De volgende klachten kunnen optreden:
- een waterige of dunne ontlasting
- bloed of slijm bij de ontlasting
- buikpijn en/of buikkrampen
- opgeblazen gevoel
- vaak naar de wc moeten
- misselijk zijn en overgeven
- koorts
- als u een stoma heeft voor de ontlasting, moet u het zakje vaker legen dan normaal.
Advies
Wat moet u doen bij diarree:
- Neem contact op met uw zorgverlener als u:
- langer dan 24 uur diarree heeft.
- bloed of slijm bij de ontlasting heeft.
- moet overgeven en diarree heeft.
- Houd bij hoe vaak en hoe veel ontlasting u heeft.
- Door de diarree verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade. Varieer met zowel zoete als zoute dranken. Genoeg drinken kan in het begin lastig zijn, omdat u niet altijd dorst heeft. Het kan dan helpen om op te schrijven wat u heeft gedronken.
Wat kunt u nog meer doen bij diarree:
- Voeding is meestal niet de oorzaak van diarree. Een streng dieet is niet nodig. Wel kan het helpen om verschillende dingen te eten. Vasten of minder eten is niet verstandig.
- Vermijd koffie, alcohol, zure dranken, producten met zoetstoffen of producten met lactose.
- Eet of drink (tijdelijk) meer zout. Als u diarree heeft, verliest u meer zout dan normaal. Neem regelmatig een kopje soep of bouillon. Overleg met uw zorgverlener als u niet te veel zout mag eten.
- Eet kleine porties. Kies in plaats van 3 grote maaltijden voor kleinere porties verdeeld over de dag.
Neem nooit medicijnen, supplementen of probiotica (bacteriën die de darmen kunnen helpen) tegen diarree zonder dit met uw zorgverlener te bespreken.
Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt eten bij diarree.
Ook kunt u bij diarree last krijgen van wondjes en pijn rondom de anus. Hieronder vindt u adviezen wat u moet doen als u wondjes en/of pijn rondom uw anus heeft:
- Maak uw huid schoon met zacht toiletpapier.
- Was de huid al deppend zonder zeep.
- Gebruik vette zalf rondom het anale gebied om de jeuk te verzachten.
Laatst gewijzigd: 15 april 2025
minder zin in eten
Uw behandeling kan ervoor zorgen dat u minder zin hebt in eten. Meestal is dit tijdelijk. Als u last heeft van minder zin in eten, kunnen de volgende klachten optreden:
- minder eten dan normaal, of helemaal niet eten
- weinig of geen interesse in eten
- afvallen
- andere smaak
- moe zijn
Het is belangrijk om genoeg energie (calorieën), eiwitten, vocht en voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen binnen te krijgen. Hieronder vindt u adviezen over wat u kunt doen als u minder zin heeft in eten.
Advies
- Eet wanneer u honger heeft. U hoeft niet te wachten op vaste eetmomenten.
- Eet kleine porties. Neem meerdere kleinere maaltijden en/of tussendoortjes op een dag, in plaats van 3 grote maaltijden.
- Kies voor energierijke voeding en volle producten.
- Probeer ander eten uit dan normaal of maak het eten op een andere manier klaar.
- Zorg dat u een (energierijk) tussendoortje bij u heeft als u ergens naar toe gaat.
- Drinken gaat soms makkelijker dan eten. U kunt bijvoorbeeld een smoothie drinken met kwark, fruit en wat havermout.
- Probeer vlak voor of tijdens een maaltijd niet veel te drinken, daardoor neemt de eetlust af.
- Als de geur van eten u stoort, probeer dan eten te eten dat koud is of op kamertemperatuur is.
- Maak de maaltijden zo ontspannen mogelijk. Voor sommige mensen is het fijn om afleiding te hebben van de televisie, muziek of gezelschap. Anderen vinden het juist fijn om in een rustige ruimte te eten.
- Bespreek uw klachten met uw zorgverlener. Deze gaat samen met u bekijken wat er mogelijk is.
Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt doen als u minder eetlust heeft.
Kijk hier welke diëtisten bij u in de buurt u kunnen helpen met uw klachten.
Laatst gewijzigd op 06-01-2025
Minder bloedcellen
In het beenmerg worden nieuwe bloedcellen aangemaakt. Door de behandeling kan de aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg verminderen. Dan treedt een tekort aan verschillende bloedcellen op. Meestal merkt u daar weinig of niets van, maar het is wel belangrijk te weten op welke signalen of veranderingen u moet letten.
bloedarmoede
Door de behandeling maakt uw lichaam tijdelijk minder rode bloedcellen aan. Hierdoor kunt u bloedarmoede krijgen. Een ander woord hiervoor is anemie. Rode bloedcellen zorgen voor het vervoer van zuurstof naar weefsels en organen. Het herstel hangt af van het type behandeling en kan per persoon verschillen.
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- snel moe voelen
- moeite met ademen
- duizelig of licht in het hoofd zijn
- hoofdpijn
- snelle hartslag of hartkloppingen
- minder kleur in het gezicht
- niet goed kunnen concentreren
- oorsuizen
- ziek of niet lekker voelen
- koude handen en voeten
Uw zorgverlener zal regelmatig uw bloed controleren. En onderneemt actie als dat nodig is. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met klachten van bloedarmoede.
Advies
- Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen of yoga, zorgt ervoor dat u zich minder moe voelt.
- Stel grenzen. Zoek balans en wissel momenten van inspanning en ontspanning/rust met elkaar af. Plan niet te veel activiteiten op één dag.
- Vraag familie, vrienden en kennissen om te helpen met dingen die u te vermoeiend vindt om te doen.
- Vertel uw arts als u bloedverdunners gebruikt.
- Eet gezond en veel eiwitten. Een diëtist kan u hierbij helpen.
- Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
- benauwd bent in rust
- pijn op de borst heeft
- een onregelmatige hartslag heeft.
Let op: bloedarmoede kan ook optreden als u een bloeding heeft. De adviezen zullen dan niet helpen. Neem daarom direct contact op met uw zorgverlener als de bloeding niet stopt.
Laatst gewijzigd: 15 april 2025
tekort aan witte bloedcellen
Door de behandeling kan er een tekort aan witte bloedcellen in uw bloed optreden. Een ander woord voor witte bloedcellen is leukocyten. Witte bloedcellen zorgen voor afweer tegen infecties. Heeft u te weinig witte bloedcellen, dan krijgt u eerder infecties. Ook verlopen de infecties heftiger dan normaal.
Heeft u een infectie, dan kunt u verschillende klachten krijgen:
- een lichaamstemperatuur van 38,5 ºC of hoger, soms met koude rillingen
- slijm ophoesten
- pijn bij het plassen
- troebele urine
- vaker plassen
- pijnlijke plekken in de mond of pijn bij het slikken
- buikpijn
- diarree
Welke klachten u krijgt, hangt af van de plaats van de infectie.
Advies
Er is wel een aantal maatregelen dat u kunt nemen om de kans op infecties in een dipperiode zoveel mogelijk tegen te gaan.
- als u een van bovengenoemde klachten heeft, meet dan uw temperatuur
- als u een van bovengenoemde klachten heeft en/of een temperatuur van 38,5 °C of hoger, neem dan contact op met uw behandelend arts
- zorg voor een goede lichaamshygiëne (ga een keertje vaker onder de douche of in bad)
- controleer eventuele wondjes op ontstekingsverschijnselen: roodheid, warmte, zwelling en pijn
- een goede mondverzorging is belangrijk
- probeer uzelf te beschermen tegen infecties van buitenaf; ga mensen die verkouden zijn of griep hebben zo veel mogelijk uit de weg
- mijd plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn, zoals het openbaar vervoer, winkels, voetbalstadia en kerken
- uw voeding kan ook een infectiebron zijn, houd hier rekening mee bij wat u eet
Moe zijn
Tijdens de behandeling van kanker, kunt u zich erg moe voelen. Dit kan ook nog na de behandeling voorkomen. Moe zijn wordt veroorzaakt door de kanker zelf en/of door de bijwerkingen van de behandeling. Doordat u moe bent, lukt het niet meer om dagelijkse activiteiten, zoals bewegen, werk of hobby’s goed te kunnen doen. De klachten worden ook niet minder door rust en/of slaap. Na een activiteit heeft u meer of langer rust nodig. Het lukt niet goed meer om de dingen te doen die u graag wilt of moet doen.
De volgende klachten kunnen optreden:
- Weinig/geen energie hebben
- Nergens zin in hebben
- Prikkelbaar zijn
- Meer willen slapen en/of meer moeite hebben met slapen
- Last van stemmingswisselingen
- Als u beweegt, bent u snel moe
- Geheugen- en concentratieproblemen
- Minder belangstelling hebben voor de omgeving
Deze klachten kunnen ook na de behandeling nog lang blijven duren. Soms een paar maanden, soms zelfs jaren. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.
Advies
- Meld uw klachten aan uw zorgverlener. Deze kan uw klachten met u bespreken en samen met u bekijken wat er mogelijk is. Bij sommige klachten kan de arts u doorverwijzen voor een behandeling met cognitieve gedragstherapie (CGT). Bij deze vorm van therapie leert u hoe u beter met de klachten kan omgaan.
- Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen of yoga, zorgt ervoor dat u zich minder moe voelt. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan u hierbij helpen.
- Eet gezond en veel eiwitten. Een diëtist kan u hierbij helpen.
- Stel grenzen. Bepaal zelf waaraan u uw energie wil besteden.
- Zoek balans en wissel momenten van inspanning en ontspanning/rust met elkaar af. Plan niet te veel activiteiten op één dag. En wissel dingen die u moet doen af met dingen waar u energie van krijgt. Zorg ook voor een goede verdeling van mentale, sociale en lichamelijke activiteiten over de dag en de week.
- Probeer op vaste tijden naar bed te gaan en op te staan. Ook zijn er andere adviezen die ervoor kunnen zorgen dat u beter kunt slapen. Bijvoorbeeld door vlak voor het slapen niet meer naar fel licht van een tv of mobiel te kijken. Meer adviezen kunt u hier vinden.
- De app “Untire Now” is een app die u helpt tegen moe zijn bij kanker. In deze app krijgt u handige tips en adviezen die u kunnen helpen bij het omgaan met moe zijn.
- Vraag familie, vrienden en kennissen om te helpen met dingen die u te vermoeiend vindt om te doen.
Kijk in de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met moe zijn.
Voor het laatst gewijzigd: 10 februari 2025
Hoofdpijn
Door de behandeling kunt u last krijgen van hoofdpijn. Dit kan gepaard gaan met een overgevoeligheid voor prikkels als licht en geluid.
Advies
Overleg met uw behandelend arts welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u.
- vermijd een prikkelende omgeving, zorg voor een rustige ruimte, eventueel verduisterd
- probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten
- overleg met uw behandelend arts over het gebruik van pijnstillers