Chloorambucil

Geselecteerde behandeling: chemotherapie
Inleiding
In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten een behandeling met chemotherapie te ondergaan. In het intakegesprek met een oncologieverpleegkundige heeft u voorlichting gekregen over de werking en de bijwerkingen van chemotherapie.
Dit document is bedoeld om thuis te gebruiken als naslagwerk. Wij hopen dat u hiermee voldoende informatie heeft om de periode van de behandeling zo goed mogelijk door te komen.
Heeft u vragen of problemen, neem dan tijdens kantooruren contact op met de dagbehandeling oncologie: 0512-588559.
Bij acute problemen buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de SEH (Spoed Eisende Hulp) van het ziekenhuis: 0512-588145.
Vermeld hierbij het volgende:
- dat u wordt behandeld met chemotherapie
- wie uw arts is
- wanneer de laatste chemokuur is geweest
- welke klachten u nu heeft
Behandelschema
Een kuurperiode duurt 28 dagen
Medicijn | Dag 1 t/m 7 | Dag 8 t/m 28 | Wijze van inname |
Chloorambucil (Leukeran) |
X | rust |
de tabletten op een lege maag innemen, minimaal één uur voor de maaltijd of drie uur na de maaltijd. (de tabletten in de koelkast bewaren) |
Extra info veilig omgaan met excreta
Wanneer u met een chemokuur of een ander middel wordt behandeld, verlaten de afvalstoffen uit de medicijnen uw lichaam. Dit gebeurt via excreta. Dit is een medische term voor alles wat het lichaam verlaat: plas, poep, wondvocht, bloed, traanvocht, zweet, sperma, braaksel en speeksel. Dit worden ook wel uitscheidingsproducten genoemd.
Direct (huid)contact van met name middelen uit een chemokuur in uitscheidingsproducten kan schadelijk zijn voor uw gezondheid. En voor de gezondheid van uw naasten. Hoe lang dit schadelijk blijft, verschilt per middel.
De risico's voor u en uw omgeving zijn thuis klein. Toch is het goed om een aantal maatregelen te nemen. Zo kunt
u de risico's verlagen.
Lees hier over maatregelen die u thuis kunt nemen.
Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta
- Chloorambucil: 2 dagen
Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind
Deze informatie is relevant voor vrouwen én mannen in de vruchtbare leeftijd.
Vrouwen mogen tijdens de behandeling en ook in een bepaalde periode daarna meestal niet zwanger worden. Er kunnen
risico’s zijn voor het ongeboren kind. Bij mannen is minder goed bekend of een behandeling, zoals chemotherapie,
tijdelijk invloed kan hebben op de kwaliteit van het zaad en of dit risico’s met zich meebrengt voor het ongeboren
kind.
Ook kan de behandeling van kanker ervoor zorgen dat u (later) minder vruchtbaar bent. Dit hangt af van het soort medicijnen, de combinatie van medicijnen, de dosering, het soort kanker en uw leeftijd.
Bespreek vóór de start van de behandeling wat dit in uw situatie betekent. Bijvoorbeeld of – en hoe lang – u
maatregelen moet nemen om een zwangerschap te voorkomen.
Heeft u een kinderwens? Bespreek dan met uw zorgverlener de mogelijkheid van invriezen van sperma of eicellen vóór
het starten van de behandeling.
Middelen met hun bijwerkingen
Chloorambucil (chemotherapie)
Bijwerkingen en adviezen
Minder bloedcellen
In het beenmerg worden nieuwe bloedcellen aangemaakt. Door de behandeling kan de aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg verminderen. Dan treedt een tekort aan verschillende bloedcellen op. Meestal merkt u daar weinig of niets van, maar het is wel belangrijk te weten op welke signalen of veranderingen u moet letten.
tekort aan bloedplaatjes
Door de behandeling kan er een tekort aan bloedplaatjes in het bloed ontstaan. Dit heet trombocytopenie. Bloedplaatjes (een ander woord is trombocyten) spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. Door een daling van het aantal bloedplaatjes is het bloed dunner en stolt het minder snel.
Klachten kunnen zijn:
- sneller een bloedneus krijgen
- blauwe plekken
- bloed bij plassen
- bloed bij hoesten
- bloedend tandvlees
- puntvormige bloedinkjes in de huid
- bloed bij braken
- bloed in de ontlasting
- bij vrouwen kan de menstruatie anders zijn
- heel soms spontane bloedingen
Advies
Heeft u last van één of meer van bovengenoemde klachten, neem dan contact op met de behandelend arts.
Wat kunt u zelf doen:
- pas op met stoten (blauwe plekken) en krab geen wondjes open
- als u een wondje heeft, druk dit dan een tijdje stevig dicht (bijv. met een steriel gaasje)
- gebruik geen scherpe voorwerpen (elektrisch scheren is beter dan met een mesje)
- probeer de ontlasting soepel te houden door veel te drinken. Veel betekent dat u per dag 1½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
- gebruik bij het tandenpoetsen een zachte borstel
- neem de temperatuur op onder de arm of met een oorthermometer (en niet via de anus)
tekort aan witte bloedcellen
Door de behandeling kan er een tekort aan witte bloedcellen in uw bloed optreden. Een ander woord voor witte bloedcellen is leukocyten. Witte bloedcellen zorgen voor afweer tegen infecties. Heeft u te weinig witte bloedcellen, dan krijgt u eerder infecties. Ook verlopen de infecties heftiger dan normaal.
Heeft u een infectie, dan kunt u verschillende klachten krijgen:
- een lichaamstemperatuur van 38,5 ºC of hoger, soms met koude rillingen
- slijm ophoesten
- pijn bij het plassen
- troebele urine
- vaker plassen
- pijnlijke plekken in de mond of pijn bij het slikken
- buikpijn
- diarree
Welke klachten u krijgt, hangt af van de plaats van de infectie.
Advies
Er is wel een aantal maatregelen dat u kunt nemen om de kans op infecties in een dipperiode zoveel mogelijk tegen te gaan.
- als u een van bovengenoemde klachten heeft, meet dan uw temperatuur
- als u een van bovengenoemde klachten heeft en/of een temperatuur van 38,5 °C of hoger, neem dan contact op met uw behandelend arts
- zorg voor een goede lichaamshygiëne (ga een keertje vaker onder de douche of in bad)
- controleer eventuele wondjes op ontstekingsverschijnselen: roodheid, warmte, zwelling en pijn
- een goede mondverzorging is belangrijk
- probeer uzelf te beschermen tegen infecties van buitenaf; ga mensen die verkouden zijn of griep hebben zo veel mogelijk uit de weg
- mijd plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn, zoals het openbaar vervoer, winkels, voetbalstadia en kerken
- uw voeding kan ook een infectiebron zijn, houd hier rekening mee bij wat u eet