Ibrutinib-kuur bij mantelcellymfoom

Geselecteerde behandeling: doelgerichte therapie
Inleiding
Dit behandelplan bevat informatie over de behandeling die aan u is geadviseerd.
Deze informatie bestaat uit:
- uitleg over de medicijnen waarmee u behandeld wordt;
- een lijst met bijwerkingen die vaker dan 10% voorkomen bij uw behandeling;
- adviezen hoe u met de bijwerkingen om kunt gaan.
Het kan zijn dat er door de combinatie van middelen tegenstrijdige bijwerkingen worden genoemd, zoals diarree én verstopping. Voorafgaand aan de behandeling zal er een informatief gesprek over de behandeling plaatsvinden. Hierin zal onderstaande informatie waar nodig verder toegelicht worden.
De genoemde bijwerkingen zijn mogelijke bijwerkingen: zij kunnen zich voordoen, maar het hoeft niet.
Het kan ook zijn dat u bijwerkingen ervaart die niet genoemd zijn. Aarzel niet om dit te bespreken met uw behandelend arts of verpleegkundig specialist, het kan een bijwerking betreffen die minder vaak voorkomt en daarom niet in deze informatie is opgenomen.
Bloedcontrole ter voorbereiding op een afspraak
Regelmatig heeft u een (bel) afspraak met de arts of verpleegkundig specialist. Kort van tevoren moet u dan bloed geprikt hebben, dat is belangrijk. Bij 'cito' (bloedafname bij spoed) kan dit op de dag zelf, minimaal 1 uur vóór de afspraak. In alle andere situaties moet u uiterlijk 1 dag van tevoren bloed laten prikken. U dient hiervoor zelf een afspraak te maken.
Wanneer moet u contact opnemen?
Wordt u behandeld met chemotherapie, immunotherapie en/of doelgerichte middelen? Dan is het belangrijk dat u bij bepaalde klachten (direct) contact opneemt met het ziekenhuis.
- Koorts: bij 38,5 °C of hoger
- Koorts: als u binnen 12 uur, 2 keer tussen de 38°C en 38,4 °C meet.
- Koude rillingen.
- Spontaan ontstaan van grote of meerdere blauwe plekken.
- Puntbloedinkjes in de huid.
- Bloed in de ontlasting of urine.
- Bloed ophoesten.
- Aanhoudende bloedende wondjes, langer dan 15 minuten.
- Aanhoudende bloedneus, langer dan 15 minuten.
- Pijn op de borst, vooral als dit tijdens inspanning optreedt.
We vragen u om overdag contact op te nemen bij de volgende klachten:
- Braken, langer dan 24 uur.
- Onvoldoende effect van de medicijnen tegen de misselijkheid.
- Diarree: dagelijks 3 of meer extra (waterdunne) ontlastingen vergeleken met uw normale ontlastingspatroon.
- Verstopping (obstipatie), langer dan 3 dagen.
- Klachten van de mond.
- Pijn bij het plassen.
- Huiduitslag.
- Hevige menstruatie.
- Klachten die duiden op het hand-voetsyndroom (zie specifieke kuurinformatie).
- Tintelingen of een dood gevoel in vingers of in tenen die niet verdwijnen.
- Afname gehoor of oorsuizen.
Bereikbaarheid
De contactgegevens van het ziekenhuis kunt u vinden in de patiëntinformatiefolder: Wanneer moet u contact opnemen? | Jeroen Bosch Ziekenhuis
Podcast en animatievideo
Kijk op onze website voor een animatiefilmpje over chemotherapie, immuuntherapie en/of doelgerichte therapie en beluister onze podcast. In de podcast krijgt u een rondleiding over de afdeling, vertelt een patiënt over zijn ervaringen en geven onze zorgverleners uitleg over het behandeltraject.
Vaccinaties
We adviseren u om u te laten inenten tegen griep. Dit gaat via de huisarts, in oktober of november. Vaak is ook een inenting tegen pneumokokken aanbevolen.
Bij andere vaccinaties moet u altijd eerst met uw behandelend arts overleggen of u deze tijdens de behandeling mag krijgen.
Pas op met bepaalde kruidentherapie en supplementen
Sommige kruidentherapie en supplementen kunnen invloed hebben op uw behandeling. Voorbeelden hiervan zijn St. Janskruid of visolie. Wilt u tijdens uw behandeling gebruik maken van kruidentherapie of supplementen? Of wilt u hierin iets veranderen? Overleg dit dan altijd met uw arts of de verpleegkundig specialist.
Algemene informatie
Uw arts heeft u voorgesteld om u te gaan behandelen met Ibrutinib. Ibrutinib wordt gegeven wanneer u reeds eerder behandeld bent met chemotherapie. Het medicijn blokkeert signalen zodat kwaadaardige cellen niet kunnen overleven. Ibrutinib wordt in tabletvorm gegeven. De behandeling met Ibrutinib wordt gestaakt wanneer de ziekte weer actief wordt, dan wel er teveel bijwerkingen optreden
Behandelschema
Medicijnen die u in tabletvorm krijgt: | |
Ibrutinib | 1 x daags 560 mg (= 4 capsules) |
Metocloperamide | zo nodig tegen de misselijkheid 1-3x per dag 1 tablet (10 mg) gedurende maximaal 5 dagen achter elkaar. Indien dit onvoldoende is, dient u contact op te nemen met de behandelaar |
U kunt Ibrutinib uitsluitend verkrijgen bij de Jeroen Bosch Apotheek.
Voetnoot behandelplan
• Indien u een operatie moet ondergaan overleg dan met uw arts. De inname van Ibrutinib dient 3-7 dagen van te voren gestopt te worden ivm verhoogde kans op bloedingen.
• U dient met de behandeld arts te overleggen welke medicatie u gebruikt, omdat bepaalde medicijnen de werking van Ibrutinib kunnen beïnvloeden (o.a. bepaalde pijnstillers en antibiotica).
• Meldt het aan uw arts/verpleegkundige wanneer u onder behandeling van de trombosedienst bent.
• U mag geen grapefruit, pompelmoessap, zure sinaasappels (pomerans), Sintjanskruid, Vitamine E en visolie gebruiken in combinatie met Ibrutinib.
• vrouwen in de vruchtbare periode dienen naast de pil een tweede anticonceptiemiddel te gebruiken tot tenminste 3 maanden na het staken van de behandeling. De werking van Ibrutinib op de pil is namelijk niet bekend.
Als u een dosis vergeten bent
• Mocht u een dosis vergeten zijn, handel dan als volgt. Een gemiste dosis zo snel mogelijk op dezelfde dag innemen en de volgende dag doorgaan met het normale schema.
• Merkt u pas de volgende dag dat u een dosis gemist hebt? Sla de vergeten dosis dan over. Mocht u een dosering hebben vergeten, meldt dit dan wel bij uw arts/verpleegkundige.
• Indien u braakt na inname van de tablet(ten), neem dan niet onmiddellijk opnieuw de tablet(ten) in. U wordt verzocht het braken aan uw behandelend arts of verpleegkundig specialist te melden, zodat zij u medicatie tegen de misselijkheid kunnen voorschrijven. Neem de volgende dosis in volgens het doseringsschema.
Voorzorgsmaatregelen
• Ibrutinib valt onder de groep van chemotherapeutische medicijnen en behoeven enkele voorzorgsmaatregelen:
• De tabletten dienen buiten bereik van kinderen bewaard te blijven
• Het breken/malen van deze tabletten is niet toegestaan
• Zorg dat u voldoende drinken klaar heeft staan om de tabletten in te nemen
• Na het innemen van deze tabletten wast u direct uw handen
• De verpakking van de medicatie verzamelt u in een dubbele plastic zak, die hierna als huisvuil afgevoerd kan worden.
Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta
- Ibrutinib: geen risico
Middelen met hun bijwerkingen
Ibrutinib (doelgerichte therapie)
Bijwerkingen en adviezen
Duizelig zijn
Door de behandeling kunt u duizelig worden. Klachten kunnen zijn:
- u kunt zich licht in het hoofd voelen
- een onvast gevoel in de benen hebben
- een draaierig gevoel hebben
Advies
U kunt de klachten verlichten of proberen te voorkomen door rustig op te staan of langzaam van houding te veranderen en niet plotseling te bewegen.
Huidproblemen
Door de behandeling kan de huid geïrriteerd raken.
huiduitslag
Door de behandeling kunt u huiduitslag krijgen. We spreken van uitslag wanneer er op de huid bepaalde veranderingen optreden zoals roodheid, vlekken, puisten, pukkels of blaasjes. Dit kan optreden over de gehele huid of in de vorm van een plaatselijke uitslag.
Een veel voorkomende vorm van huiduitslag is een allergische reactie op medicijnen. Netelroos is daar een voorbeeld van. Een ander woord voor netelroos is galbulten. De allergische reactie uit zich door een jeukende, rode uitslag. Deze huiduitslag is vergelijkbaar met de huiduitslag na contact met een brandnetel. Klachten bij huiduitslag zijn:
- roodheid van de huid
- jeuk
- bultjes
- verdikte huid
- overgevoeligheidsreactie/allergische reactie (in de vorm van gordelroos of netelroos)
Advies
- huidreacties kunnen verergeren door de blootsteling aan zonlicht. Vermijd daarom fel licht op de huid en bescherm de huid met kleren en zonnebrand-crème.
- verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. Ze zijn zonder recept verkrijgbaar
- voorbeelden voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
- voorbeelden voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
- metholgel kan de huid verkoeling geven
Longklachten
Door de behandeling kunnen de longen worden aangetast en kan de longfunctie verminderen.
Klachten kunnen zijn:
- hoesten zonder opgeven van slijm
- kortademigheid, eerst bij lichamelijke inspanning en later ook in rust
- moeizame ademhaling
- druk op de borst
- vermoeidheid
- benauwdheid
- snelle ademhaling
- koorts (bijvoorbeeld bij een longontsteking)
Advies
Sommige longklachten (zoals longontsteking, longoedeem of longembolie) zijn ernstig, maar geven dezelfde klachten als minder ernstige longklachten. Meld daarom klachten altijd bij uw behandeld arts.
Maag-darmklachten
Door de behandeling kunt u last krijgen van maag-darmklachten. Dit zijn klachten die te maken hebben met het spijsverteringskanaal. Deze loopt van de mond tot en met de anus. Klachten kunnen zijn: een ander ontlastingspatroon, maag- of buikpijn, opgeblazen gevoel of winderigheid.
misselijk zijn en overgeven
Door de behandeling kunt u misselijk worden en overgeven. Het hangt af van de kankersoort en behandeling hoeveel last u hiervan heeft.
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- kokhalzen en overgeven
- minder zin in eten
- maagklachten, zoals een vol gevoel of pijn in de maag
- buikpijn of buikkrampen
- opgezette buik
Misselijk zijn en overgeven zijn vervelende bijwerkingen en kunnen u beperken in uw dagelijks leven. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.
Advies
- Het is belangrijk dat u uw medicijnen altijd inneemt zoals u met uw zorgverlener hebt besproken. Houdt u aan de vaste tijden om uw medicijnen in te nemen, ook als u niet misselijk bent.
- Door het overgeven verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade.
- Eet kleine porties. Neem meerdere kleinere maaltijden en/of tussendoortjes op een dag, in plaats van 3 grote maaltijden.
- Forceer het eten niet. Eet op momenten wanneer u minder misselijk bent en pauzeer bij hevige misselijkheid.
- Eet geen vet, gefrituurd, zoet, zuur of scherp gekruid eten.
- Vermijd sterke geuren tijdens het eten. Als de geur van eten u stoort, vraag anderen om het eten klaar te maken.
- Als de geur van eten u stoort, probeer dan eten te eten dat koud is of op kamertemperatuur is.
- Maak het eten zo ontspannen mogelijk. Voor sommige mensen is het fijn om afleiding te hebben van de televisie, muziek of gezelschap. Anderen vinden het juist fijn om in een rustige ruimte te eten.
- Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals buiten wandelen of yoga, kan ervoor zorgen dat u minder last heeft van misselijk zijn en overgeven.
- Doe ontspanningsoefeningen. Massages, luisteren naar muziek en mediteren kunnen helpen tegen misselijk zijn.
- Wilt u acupunctuur of acupressuur proberen? Bespreek dit dan eerst met uw arts.
- Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
- langer dan 24 uur moet overgeven.
- niet voldoende kunt drinken (minder dan 1,5 liter per dag) en/of als u last heeft van uitdroging. Dit is bijvoorbeeld te merken aan een droge mond en droge huid. En aan weinig of niet kunnen plassen en donkerbruine plas.
Uw zorgverlener kan samen met u kijken wat er mogelijk is. Dit hangt af van uw klachten. U kunt bijvoorbeeld extra medicijnen krijgen tegen het misselijk zijn.
Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt doen als u last heeft van misselijk zijn en overgeven. Vind hier een dietist bij u in de buurt die u kan helpen met deze klachten.
Laatst gewijzigd op 15 april 2025
buikpijn
Door de behandeling kunt u pijn in de buik krijgen. Dat kan van de maagstreek tot in de onderbuik zijn.
diarree
Diarree is waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 3 keer per dag naar de wc moet. Bij diarree nemen de darmen minder vocht en voedingsstoffen op. Dit komt door irritatie van de darmen, waardoor de darmen minder goed werken. Vaak komt de aandrang plotseling. En is het ophouden van de diarree moeilijk of lukt het zelfs helemaal niet.
De volgende klachten kunnen optreden:
- een waterige of dunne ontlasting
- bloed of slijm bij de ontlasting
- buikpijn en/of buikkrampen
- opgeblazen gevoel
- vaak naar de wc moeten
- misselijk zijn en overgeven
- koorts
- als u een stoma heeft voor de ontlasting, moet u het zakje vaker legen dan normaal.
Advies
Wat moet u doen bij diarree:
- Neem contact op met uw zorgverlener als u:
- langer dan 24 uur diarree heeft.
- bloed of slijm bij de ontlasting heeft.
- moet overgeven en diarree heeft.
- Houd bij hoe vaak en hoe veel ontlasting u heeft.
- Door de diarree verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade. Varieer met zowel zoete als zoute dranken. Genoeg drinken kan in het begin lastig zijn, omdat u niet altijd dorst heeft. Het kan dan helpen om op te schrijven wat u heeft gedronken.
Wat kunt u nog meer doen bij diarree:
- Voeding is meestal niet de oorzaak van diarree. Een streng dieet is niet nodig. Wel kan het helpen om verschillende dingen te eten. Vasten of minder eten is niet verstandig.
- Vermijd koffie, alcohol, zure dranken, producten met zoetstoffen of producten met lactose.
- Eet of drink (tijdelijk) meer zout. Als u diarree heeft, verliest u meer zout dan normaal. Neem regelmatig een kopje soep of bouillon. Overleg met uw zorgverlener als u niet te veel zout mag eten.
- Eet kleine porties. Kies in plaats van 3 grote maaltijden voor kleinere porties verdeeld over de dag.
Neem nooit medicijnen, supplementen of probiotica (bacteriën die de darmen kunnen helpen) tegen diarree zonder dit met uw zorgverlener te bespreken.
Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt eten bij diarree.
Ook kunt u bij diarree last krijgen van wondjes en pijn rondom de anus. Hieronder vindt u adviezen wat u moet doen als u wondjes en/of pijn rondom uw anus heeft:
- Maak uw huid schoon met zacht toiletpapier.
- Was de huid al deppend zonder zeep.
- Gebruik vette zalf rondom het anale gebied om de jeuk te verzachten.
Laatst gewijzigd: 15 april 2025
verstopping
Bij verstopping moet u niet zo vaak naar het toilet als u normaal doet. Of het is moeilijk om te poepen. Een ander woord voor verstopping is obstipatie. Verstopping ontstaat doordat poep te lang in de dikke darm blijft zitten. Als u last heeft van verstopping moet u harder persen om te poepen. Of u moet minder dan 3 keer per week naar het toilet om te poepen. Verstopping kan veroorzaakt worden door uw behandeling of door medicijnen die u krijgt bij uw behandeling. Bijvoorbeeld door medicijnen tegen de misselijkheid.
De volgende klachten kunnen optreden:
- harde, droge poep
- bloed bij het poepen/aambeien
- buikpijn/darmkrampen
- opgeblazen gevoel in de buik
- minder eetlust door een vol gevoel
- misselijk zijn
- het lekken van dunne poep langs de harde poep (overloopdiarree)
- pijn bij het poepen door scheurtjes in de anus (na hard persen)
Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.
Advies
- Ga meteen naar het toilet als u moet, stel dit niet uit. Door een goede houding op het toilet aan te nemen kan het zijn dat u makkelijker kunt poepen. U kunt hiervoor een krukje gebruiken. Zet uw voeten op het krukje en buig iets naar voren. Op deze manier zal het poepen makkelijker gaan.
- Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade.
- Eet voldoende vezels (30-40 gram per dag). Vezels zitten in volkoren producten, fruit, noten en groenten.
- Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals buiten wandelen, fietsen of yoga, kan zorgen voor minder klachten van verstopping.
- Soms heeft u zorgverlener al medicijnen voorgeschreven tegen verstopping. Bijvoorbeeld macrogol. Macrogol houdt water vast in de darmen, waardoor uw poep zachter wordt. Hierdoor kunt u makkelijker naar het toilet. Uw zorgverlener bespreekt met u hoe en wanneer u deze medicijnen mag innemen.
- Heeft u last van verstopping en helpen de genoemde adviezen niet? Neem dan contact op met uw zorgverlener. Uw zorgverlener kan medicijnen voorschrijven die bij een verstopping helpen of die een verstopping voorkomen.
Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt doen bij verstopping.
Let op: verstopping kan ook optreden als de darm wordt afgesloten door de kanker. Dit wordt ook wel een ileus genoemd. De adviezen zullen dan niet helpen. Heeft u last van verstopping en moet u daarbij ook overgeven? Neem dan contact op met uw zorgverlener.
Laatst gewijzigd: 07-01-2025
Minder bloedcellen
In het beenmerg worden nieuwe bloedcellen aangemaakt. Door de behandeling kan de aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg verminderen. Dan treedt een tekort aan verschillende bloedcellen op. Meestal merkt u daar weinig of niets van, maar het is wel belangrijk te weten op welke signalen of veranderingen u moet letten.
tekort aan bloedplaatjes
Door de behandeling kan er een tekort aan bloedplaatjes in het bloed ontstaan. Dit heet trombocytopenie. Bloedplaatjes (een ander woord is trombocyten) spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. Door een daling van het aantal bloedplaatjes is het bloed dunner en stolt het minder snel.
Klachten kunnen zijn:
- sneller een bloedneus krijgen
- blauwe plekken
- bloed bij plassen
- bloed bij hoesten
- bloedend tandvlees
- puntvormige bloedinkjes in de huid
- bloed bij braken
- bloed in de ontlasting
- bij vrouwen kan de menstruatie anders zijn
- heel soms spontane bloedingen
Advies
Heeft u last van één of meer van bovengenoemde klachten, neem dan contact op met de behandelend arts.
Wat kunt u zelf doen:
- pas op met stoten (blauwe plekken) en krab geen wondjes open
- als u een wondje heeft, druk dit dan een tijdje stevig dicht (bijv. met een steriel gaasje)
- gebruik geen scherpe voorwerpen (elektrisch scheren is beter dan met een mesje)
- probeer de ontlasting soepel te houden door veel te drinken. Veel betekent dat u per dag 1½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
- gebruik bij het tandenpoetsen een zachte borstel
- neem de temperatuur op onder de arm of met een oorthermometer (en niet via de anus)
tekort aan witte bloedcellen
Door de behandeling kan er een tekort aan witte bloedcellen in uw bloed optreden. Een ander woord voor witte bloedcellen is leukocyten. Witte bloedcellen zorgen voor afweer tegen infecties. Heeft u te weinig witte bloedcellen, dan krijgt u eerder infecties. Ook verlopen de infecties heftiger dan normaal.
Heeft u een infectie, dan kunt u verschillende klachten krijgen:
- een lichaamstemperatuur van 38,5 ºC of hoger, soms met koude rillingen
- slijm ophoesten
- pijn bij het plassen
- troebele urine
- vaker plassen
- pijnlijke plekken in de mond of pijn bij het slikken
- buikpijn
- diarree
Welke klachten u krijgt, hangt af van de plaats van de infectie.
Advies
Er is wel een aantal maatregelen dat u kunt nemen om de kans op infecties in een dipperiode zoveel mogelijk tegen te gaan.
- als u een van bovengenoemde klachten heeft, meet dan uw temperatuur
- als u een van bovengenoemde klachten heeft en/of een temperatuur van 38,5 °C of hoger, neem dan contact op met uw behandelend arts
- zorg voor een goede lichaamshygiëne (ga een keertje vaker onder de douche of in bad)
- controleer eventuele wondjes op ontstekingsverschijnselen: roodheid, warmte, zwelling en pijn
- een goede mondverzorging is belangrijk
- probeer uzelf te beschermen tegen infecties van buitenaf; ga mensen die verkouden zijn of griep hebben zo veel mogelijk uit de weg
- mijd plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn, zoals het openbaar vervoer, winkels, voetbalstadia en kerken
- uw voeding kan ook een infectiebron zijn, houd hier rekening mee bij wat u eet
Nierproblemen
Door de behandeling kan nierweefsel beschadigen, waardoor de functie van de nier achteruit gaat. Nierproblemen kunt u merken aan:
- het vasthouden van vocht (dikke vingers, enkels of zwaarder worden)
- weinig of niet meer kunnen plassen.
Advies
Het is zeer belangrijk dat u thuis voldoende drinkt, minstens 1½ tot 2 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag.
Om uw nierfunctie te meten, wordt voor iedere kuur uw bloed en soms ook uw urine onderzocht.
Heeft u een van de volgende klachten, neem dan contact op met uw behandelend arts.
- als u niet voldoende kunt drinken, minder dan 1½ tot 2 liter per dag
- als u tekenen van uitdroging vertoont. Dit merkt u aan een droge mond, droge huid, weinig of niet meer kunnen plassen en een donkere kleur urine.
Pijn in spieren of gewrichten
Door de behandeling kunt u pijn krijgen in de spieren, gewrichten of botten. Klachten hierbij kunnen zijn:
- spierpijn (overal in het lichaam, zoals nekpijn, rugpijn, beklemmend gevoel op de borst, pijn aan de ledematen etc)
- gewrichtspijn
- te hoge spierspanning (spierspasmen)
- pijn in de botten (botpijn)
Advies
- u kunt 500 tot 1000 mg paracetamol gebruiken tegen hoofdpijn, spierpijn en pijn in de botten (maximaal 3 maal daags tot een dagmaximum van 3000 mg)
- nemen de klachten in de dagen na de behandeling niet af of wordt het zelfs erger? Neem dan contact op met uw behandelend arts.
Vasthouden van vocht
Door de behandeling kan uw lichaam meer vocht vasthouden. Dit heet oedeem. Meestal verdwijnt het vocht vanzelf weer. Hoelang dat duurt, hangt af van de behandeling. Ook kan het per persoon anders zijn.
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- dikke enkels of onderbenen
- dikke vingers, handen of armen
- opgezwollen gezicht
- zwaarder worden
- moeite met ademen
- benauwd worden bij plat liggen
- minder plassen dan u gewend bent
Advies
- Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen of yoga, kan ervoor zorgen dat het vocht weer terugkomt in de bloedsomloop. Dat helpt om minder vocht vast te houden.
- Leg uw benen voeten hoog als u zit of ligt. Zorg dat uw benen hoger liggen dan uw billen. Gebruik bijvoorbeeld een voetenbankje of leg kussens op de bank of onder uw matras.
- Gebruik compressiesokken.
- Neem direct contact op met uw zorgverlener als u:
- benauwd bent terwijl u niets doet of als u ligt
- (plotselinge) pijn of druk op de borst heeft
- plotseling een zwelling in het gezicht krijgt
- één been heeft dat dikker, roder of pijnlijker is dan het andere been.
Let op: Deze bijwerking gaat over vocht vasthouden door chemotherapie, immuuntherapie, doelgerichte therapie of hormoontherapie. Houdt u door een andere oorzaak vocht vast? Dan kunnen de adviezen anders zijn. Bespreek dit dan met uw zorgverlener.
Laatst gewijzigd: 15 april 2025
Hoge bloeddruk
Een hoge bloeddruk voelt u meestal niet. Is uw bloeddruk extreem hoog, dan kunt u last hebben van:
- hoofdpijn
- kortademigheid
- problemen met zien
- duizeligheid
- overmatig blozen
Advies
-
heeft u één van bovengenoemde klachten, neem dan contact op met uw behandelend arts.
U kunt zelf niets doen om de bloeddruk te verlagen. De behandelend arts schrijft u medicijnen voor als dat nodig is. Ook zal uw bloeddruk regelmatig gecontroleerd worden.
Hoofdpijn
Door de behandeling kunt u last krijgen van hoofdpijn. Dit kan gepaard gaan met een overgevoeligheid voor prikkels als licht en geluid.
Advies
Overleg met uw behandelend arts welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u.
- vermijd een prikkelende omgeving, zorg voor een rustige ruimte, eventueel verduisterd
- probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten
- overleg met uw behandelend arts over het gebruik van pijnstillers
Koorts
Door de behandeling kunt u koorts krijgen. Koorts is een lichaamstemperatuur boven de 38,5°C. Koorts kan ontstaan door een infectie. Soms kan het ook een reactie zijn van uw afweer op het medicijn wat u heeft gehad.
De volgende klachten kunnen een teken zijn van een infectie:
- koorts
- koude rillingen (klappertanden en rillen)
- zweten
- het warm hebben
- benauwd zijn
- hoesten, soms met slijm
- keelpijn
- pijn bij het plassen, vaker plassen en/of troebele urine
- diarree
- buikpijn
- ziek voelen
Hieronder staan adviezen die u kunt volgen als u koorts heeft. Ook staan er adviezen om de kans op het krijgen van koorts te verkleinen.
Advies
Wat u kunt doen bij koorts:
- Heeft u een temperatuur van boven de 38,5°C? Neem dan direct contact op met uw zorgverlener.
- Heeft uw zorgverlener gezegd dat u paracetamol mag gebruiken? Neem dan 2 tabletten van 500 mg per keer. Niet vaker dan 4 keer per 24 uur.
- Bij koorts heeft het lichaam extra vocht nodig. Door koorts en zweten verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade. Genoeg drinken kan in het begin lastig zijn, omdat u niet altijd dorst heeft. Het kan dan helpen om op te schrijven wat u heeft gedronken.
- Rust genoeg.
Wat u kunt doen om de kans op koorts te verkleinen:
- Verzorg uw mond en tanden goed. Bijvoorbeeld door regelmatig uw mond te spoelen en tanden te poetsen. Wees voorzichtig met flosdraad, ragers en tandenstokers.
- Was uw handen regelmatig, vooral na gebruik van het toilet.
- Bespreek met uw zorgverlener of u de griepvaccinatie moet halen.
Dit zijn algemene adviezen. In uw situatie kunnen andere adviezen gelden. Bespreek dit met uw zorgverlener. Neem bij twijfel altijd contact op met uw zorgverlener.
Laatst gewijzigd: 17 maart 2025
Pijnlijke mond
Door de behandeling tegen kanker kan het slijmvlies in de mond ontstoken en beschadigd raken. Dit wordt ook wel orale mucositis genoemd. Deze klachten verdwijnen weer na stoppen met de behandeling. Hoe snel dat is hangt af van de behandeling die u heeft gehad.
De volgende klachten kunnen optreden:
- zweren / blaren in de mond
- rood mondslijmvlies
- zwelling van het tandvlees of mondslijmvlies
- snel bloedend tandvlees
- brandend gevoel in mond of keel
- pijn in de mond
- problemen met slikken
- problemen met eten
- andere smaak
- droge mond
Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.
Advies
- Het is belangrijk om een goed verzorgd en gezond gebit te hebben voor de behandeling. Zorg daarom dat u regelmatig naar de tandarts gaat. Moet u tijdens de behandeling naar de tandarts? Vertel dan altijd dat u behandeld wordt en noem de soort behandeling die u krijgt (chemotherapie, doelgerichte therapie, immuuntherapie, hormonale therapie).
- Spoel uw mond met zout water. Los daarvoor één theelepel zout op in een glas lauw water. Dit mag u meerdere keren per dag doen.
- Zorg voor een goede mondhygiëne. Poets uw tanden 2 tot 3 keer per dag. Gebruik hiervoor een zachte (elektrische) tandenborstel en tandpasta met fluoride. Is uw mondslijmvlies gevoelig? Gebruik dan een tandpasta met fluoride, maar zonder menthol of SLS (Sodium Lauryl Sulfaat). Menthol en SLS kunnen het mondslijmvlies irriteren en gevoeliger maken.
- Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee of bouillon.
- Vermijd scherp gekruide producten, zure producten, erg zoute producten, dranken met prik, vruchtensappen, alcohol en sportdrank.
- Kies voor zacht en/of vloeibaar eten.
- Kou, zoals ijs of koud drinken, kan helpen om de pijn te verzachten.
- Neem bij de volgende klachten contact op met uw zorgverlener:
- koorts (38,5 graden of meer)
- bloedende zweren of blaren in de mond of keel
- de pijn te erg wordt of u niet meer goed kunt eten, drinken en slikken
Neem bij twijfel altijd contact op met uw zorgverlener. Uw zorgverlener kan samen met u kijken wat er mogelijk is. U kunt bijvoorbeeld medicijnen tegen de pijn krijgen.
Adviezen voor mensen met een kunstgebit:
- Draag het kunstgebit niet in de nacht.
- Borstel het kunstgebit schoon met neutrale zeep.
- Als u last heeft van mucositis, draag het kunstgebit dan zo weinig mogelijk om de slijmvliezen genoeg rust te geven.
Kijk bij Hulp en ondersteuning op kanker.nl welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met een pijnlijke mond.
Laatst gewijzigd op 07-01-2025