bijwerkingen bij kanker

Patiënteninformatie over bijwerkingen van oncologische middelen met bijbehorende adviezen

Geselecteerde behandelingen: chemotherapie, doelgerichte therapie

Inleiding

Dit behandelplan bevat informatie over de behandeling die aan u is geadviseerd.
Deze informatie bestaat uit:

  • uitleg over de medicijnen waarmee u behandeld wordt;
  • een lijst met bijwerkingen die vaker dan 10% voorkomen bij uw behandeling;
  • adviezen hoe u met de bijwerkingen om kunt gaan.

Het kan zijn dat er door de combinatie van middelen tegenstrijdige bijwerkingen worden genoemd, zoals diarree én verstopping. Voorafgaand aan de behandeling zal er een informatief gesprek over de behandeling plaatsvinden. Hierin zal onderstaande informatie waar nodig verder toegelicht worden.

De genoemde bijwerkingen zijn mogelijke bijwerkingen: zij kunnen zich voordoen, maar het hoeft niet.

Het kan ook zijn dat u bijwerkingen ervaart die niet genoemd zijn. Aarzel niet om dit te bespreken met uw behandelend arts of verpleegkundig specialist, het kan een bijwerking betreffen die minder vaak voorkomt en daarom niet in deze informatie is opgenomen.

Wanneer moet u contact opnemen?

Wordt u behandeld met chemotherapie, immunotherapie en/of doelgerichte middelen? Dan is het belangrijk dat u bij bepaalde klachten (direct) contact opneemt met het ziekenhuis.

Er zijn ook klachten waarmee u kunt wachten tot de volgende afspraak. Daar hoeft u dan niet tussentijds voor te bellen of een e-consult te sturen.
We vragen u om direct contact op te nemen met het ziekenhuis bij de volgende klachten: 

  • Koorts: bij 38,5 °C of hoger
  • Koorts: als u binnen 12 uur, 2 keer tussen de 38°C en 38,4 °C meet.
  • Koude rillingen.
  • Spontaan ontstaan van grote of meerdere blauwe plekken.
  • Puntbloedinkjes in de huid.
  • Bloed in de ontlasting of urine.
  • Bloed ophoesten.
  • Aanhoudende bloedende wondjes, langer dan 15 minuten.
  • Aanhoudende bloedneus, langer dan 15 minuten.
  • Pijn op de borst, vooral als dit tijdens inspanning optreedt.

We vragen u om overdag contact op te nemen bij de volgende klachten:

  • Braken, langer dan 24 uur.
  • Onvoldoende effect van de medicijnen tegen de misselijkheid.
  • Diarree: dagelijks 3 of meer extra (waterdunne) ontlastingen vergeleken met uw normale ontlastingspatroon.
  • Verstopping (obstipatie), langer dan 3 dagen.
  • Klachten van de mond.
  • Pijn bij het plassen.
  • Huiduitslag.
  • Hevige menstruatie.
  • Klachten die duiden op het hand-voetsyndroom (zie specifieke kuurinformatie).
  • Tintelingen of een dood gevoel in vingers of in tenen die niet verdwijnen.
  • Afname gehoor of oorsuizen.

Bereikbaarheid

De contactgegevens van het ziekenhuis kunt u vinden in de patiëntinformatiefolder: Wanneer moet u contact opnemen? | Jeroen Bosch Ziekenhuis 

Podcast en animatievideo

Kijk op: De behandeling van kanker in het ziekenhuis    voor een animatiefilmpje over chemotherapie, immuuntherapie en/of doelgerichte therapie of beluister onze podcast. In de podcast krijgt u een rondleiding over de afdeling, vertelt een patiënt over zijn ervaringen en geven onze zorgverleners uitleg over het behandeltraject.

Vaccinaties

We adviseren u om u te laten inenten tegen griep. Dit gaat via de huisarts, in oktober of november. Vaak is ook een inenting tegen pneumokokken aanbevolen.

Bij andere vaccinaties moet u altijd eerst met uw behandelend arts overleggen of u deze tijdens de behandeling mag krijgen.

Pas op met bepaalde kruidentherapie en supplementen

Sommige kruidentherapie en supplementen kunnen invloed hebben op uw behandeling. Voorbeelden hiervan zijn St. Janskruid of visolie. Wilt u tijdens uw behandeling gebruik maken van kruidentherapie of supplementen? Of wilt u hierin iets veranderen? Overleg dit dan altijd met uw arts of de verpleegkundig specialist. 

Algemene informatie

Uw arts heeft u voorgesteld om u te gaan behandelen met cytostatica (celgroeiremmende middelen) en targeted therapy (doelgerichte therapie). De behandeling die u krijgt heet Capecitabine / Lapatinib kuur.

Capecitabine is een cytostaticum dat in tabletvorm gegeven wordt. U neemt 14 opeenvolgende dagen twee maal daags tabletten in, waarna een rustperiode (zonder Capecitabine) van zeven dagen volgt.

Lapatinib valt onder de doelgerichte therapie en wordt ook in tabletvorm gegeven. Lapatinib neemt u 21 opeenvolgende dagen eenmaal daags in. Een kuur duurt 3 weken. In overleg met uw behandelend arts wordt het aantal kuren dat u krijgt bepaald.

Behandelschema

Cytostatica / medicijnen

Dag

Wijze van toediening

1 t/m 14

15 t/m 21

Capecitabine

(Xeloda®)

's ochtends en 's avonds ...........mg innemen

rust

Tabletten

Lapatinib (Tyverb®)

Dag 1 t/m dag 21 innemen; 1x daags 5 tabletten. 

De tabletten 1 uur voor of 1 uur na de maaltijd innemen.

Tabletten

Metoclopramide 10mg

Zo nodig tegen misselijkheid. 

Bij misselijkheid en braken maximaal 3x 10mg per dag maximaal 5 dagen achter elkaar. Indien dit onvoldoende is dient u contact op te nemen met uw behandelaar. 

Voetnoot behandelplan

Capecitabine:

  • In zeldzame gevallen kan pijn op de borst optreden. Neem dan direct contact op met het ziekenhuis.
  • Advies is om geen voedingssupplementen te gebruiken waar foliumzuur in zit gedurende de gehele behandelingstijd van Capecitabine.
Vergruizen van tabletten Capecitabine 
Indien u op medische grond geen tabletten Capecitabine kan slikken kunnen deze tabletten bij uitzondering vergruisd worden en opgelost in (suiker-)water. Dit mag alleen na overleg met uw arts en instructie door uw verpleegkundige. Hiervoor is een aparte informatiebijlage beschikbaar. 
N.B Als u in het ziekenhuis opgenomen wordt is het niet toegestaan de Capecitabine in vergruisde vorm in te nemen! 
Gebruiksaanwijzing 
• Neem de tabletten van de ochtend- en de avonddosis in volgens voorschrift van de arts om de 10 – 12 uur 
• Neem de tabletten in binnen 30 minuten na het beëindigen van een maaltijd 
• Slik de tabletten zonder kauwen door met water
Als u een dosis bent vergeten 
• Verdubbel niet de volgende dosis, maar volg het normale doseringsschema. Meld dit bij een volgend bezoek aan uw behandelend arts. 
• Indien u braakt na de inname van de tabletten, neem dan niet onmiddellijk opnieuw tabletten in. U wordt verzocht het braken aan uw behandelend arts of oncologieverpleegkundige te melden, zodat zij u medicatie tegen de misselijkheid kunnen voorschrijven. Neem de volgende dosis in volgens het doseringsschema.
Voorzorgsmaatregelen 
Capecitabine valt onder de groep van chemotherapeutische medicijnen en behoeft enkele voorzorgsmaatregelen: 
• de tabletten dienen buiten bereik van kinderen bewaard te blijven 
• het breken en/of malen van Capecitabine is niet toegestaan. 
• zorg dat u voldoende drinken klaar heeft staan om de tabletten in te nemen 
• na het innemen van Capecitabine wast u direct uw handen 
• de verpakking van de medicatie verzamelt u in een dubbele plastic zak, die hierna als huisvuil afgevoerd kan worden. 
Als uw partner/naaste u ondersteunt bij het innemen van de medicatie gelden de volgende maatregelen als extra: 
• Trek handschoenen aan voor het uitpakken van de tablet 
• Geef de tablet rechtstreeks in de mond 
• Handschoenen uittrekken en deze tezamen met de verpakking van de medicatie in een dubbele plastic zak deponeren en als huisvuil afvoeren 

Lapatinib:

Gebruiksaanwzing:

  • Neem de tabletten eenmaal daags in op een vast tijdstip, hierdoor zal het medicijn gelijkmatiger werken en is de dosering nauwkeuriger te bepalen.
  • Wanneer u medicijnen gebruikt die de productie van maagzuur remmen, dan dient u deze medicatie gelijktijdig met Lapatinib in te nemen! Het niet gelijktijdig innemen van de maagzuurremmer (bijv. Omeprazol, Pantoprazol) kan de werking van Lapatinib nadelig beïnvloeden.
  • Het gebruik van middelen die Paracetamol bevatten dient zoveel mogelijk beperkt of vermeden te worden. Gebruik hiervan moet altijd in overleg met uw arts. Gebruik van deze middelen zorgt voor een verstoorde concentratie of verspreiding van Lapatinib.
  • U mag geen nieuwe geneesmiddelen gaan gebruiken zonder dit met uw arts te
    overleggen. Verschillende medicijnen kunnen leiden tot ongewenste kruisinteracties.
  • U mag geen sint-janskruid gebruiken, dit zorgt voor een verstoorde concentratie van het middel.
  • U mag geen grapefruitsap drinken, want dit kan leiden tot ongewenste
    kruisinteracties. 

Voorzorgsmaatregelen

Lapatinib  valt onder de groep risicovolle stoffen: de tabletten dienen buiten bereik van kinderen bewaard te blijven
• het breken en/of malen van deze medicijnen is niet toegestaan
• zorg dat u voldoende drinken klaar heeft staan om de tabletten in te nemen
• na het innemen van deze medicijnen wast u direct uw handen
• de verpakking van de medicatie verzamelt u in een dubbele plastic zak, die hierna als huisvuil afgevoerd kan worden 

Extra info veilig omgaan met excreta

Wanneer u met een chemokuur of een ander middel wordt behandeld, dan zullen de chemische stoffen uit de medicijnen via excreta uit uw lichaam verdwijnen. Excreta is een medische term voor alles wat het lichaam uitscheidt: urine, ontlasting, wondvocht, bloed, traanvocht, transpiratie, sperma, braaksel en speeksel. Dit wordt ook wel uitscheidingsproducten genoemd.

Direct (huid)contact van met name middelen uit een chemokuur in uitscheidingsproducten kan schadelijk zijn voor uw gezondheid. En voor de gezondheid van uw naasten. De chemische stoffen blijven een aantal dagen na de kuur schadelijk. Het verschilt per middel hoe lang dit is. Het kan variëren van 1 dag tot 7 dagen.

De risico's zijn voor u en uw omgeving klein, omdat u thuis slechts gedurende korte tijd in aanraking komt met cytostatica. Toch is het goed om een aantal maatregelen te nemen. Zo kunt u de risico's tot een minimum beperken.

Lees hier meer over adviezen voor patiënten die behandeld worden met chemotherapie

Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta

  • Capecitabine: 2 dagen
  • Lapatinib: geen risico

Capecitabine

Uw vingerafdrukken kunnen verdwijnen tijdens de behandeling. Dit is tijdelijk, maar kan vervelend zijn. Bijvoorbeeld als uw vingerafdruk nodig is bij een controle door de douane. Na het stoppen met dit middel komen uw vingerafdrukken weer onveranderd terug.

Bijwerkingen en adviezen

Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind

Vrouwen mogen tijdens de behandeling en ook in een bepaalde periode daarna meestal niet zwanger worden. Er kunnen gevaren zijn voor het ongeboren kind.

Bij mannen is niet altijd goed bekend wat de gevolgen zijn als tijdens (en in een periode na) de behandeling een zwangerschap ontstaat.

Ook kan de behandeling van kanker ervoor zorgen dat u (later) minder vruchtbaar bent. Dit hangt af van het soort medicijnen, de combinatie van medicijnen, de dosering, de soort kanker en uw leeftijd.

Advies

Bespreek voor u begint met de behandeling wat dit in uw situatie betekent. Of en hoelang u maatregelen moet nemen om een zwangerschap te voorkomen. En wat de gevolgen kunnen zijn voor kinderwens in de toekomst.

Is er een kinderwens? Bespreek dan met uw behandelend arts de mogelijkheid van invriezen van sperma of eicellen vóór het starten van de behandeling.

Huidproblemen

Door de behandeling kan de huid geïrriteerd raken.

hand-voetsyndroom

Tijdens de behandeling kunt u last krijgen van het hand-voet syndroom. Handen en voeten zijn dan pijnlijk, rood en gezwollen en kunnen tintelen of dood aanvoelen. Ook kan de huid schilferen en kunnen er zweren of blaren op de huid ontstaan.

Bij de meeste mensen zijn de klachten mild en verdwijnen deze binnen 1 of 2 twee weken. Zijn de klachten ernstiger, dan zijn medicijnen nodig.

Advies
  • dompel uw handen en/of voeten zo mogelijk in een bad met koud water
  • neem in de zomer regelmatig een koel bad
  • vermijd hete lange douches; neem korte lauwe douches
  • vermijd direct zonlicht; verblijf zoveel mogelijk in de schaduw
  • vermijd nauw zittend schoeisel of schoenen met hoge hakken
  • vermijd het dragen van knellende kleding (geen strakke broeken, riemen, BH’s, handschoenen en sokken)
  • vermijd het dragen van knellende ringen, armbanden, horloges etc
  • vermijd intensieve inspanningen die een wondje / letsel aan de handen of voeten kunnen veroorzaken (tuinieren / joggen)
  • vermijd blootstelling van de huid aan zeer heet water (bijv. de afwas)
  • smeer handen en voeten regelmatig in met vaseline of uierzalf, om uitdrogen te voorkomen

Neem contact op met uw verpleegkundige of behandelend arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosis van het medicijn dat u gebruikt aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen. Of uw behandelend arts kan een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.

huiduitslag

Door de behandeling kunt u huiduitslag krijgen. We spreken van uitslag wanneer er op de huid bepaalde veranderingen optreden zoals roodheid, vlekken, puisten, pukkels of blaasjes. Dit kan optreden over de gehele huid of in de vorm van een plaatselijke uitslag. 

Een veel voorkomende vorm van huiduitslag is een allergische reactie op medicijnen. Netelroos is daar een voorbeeld van. Een ander woord voor netelroos is galbulten. De allergische reactie uit zich door een jeukende, rode uitslag. Deze huiduitslag is vergelijkbaar met de huiduitslag na contact met een brandnetel. Klachten bij huiduitslag zijn:

  • roodheid van de huid
  • jeuk
  • bultjes
  • verdikte huid
  • overgevoeligheidsreactie/allergische reactie (in de vorm van gordelroos of netelroos)
Advies
  • huidreacties kunnen verergeren door de blootsteling aan zonlicht. Vermijd daarom fel licht op de huid en bescherm de huid met kleren en zonnebrand-crème.
  • verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. Ze zijn zonder recept verkrijgbaar
  • voorbeelden voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
  • voorbeelden voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
  • metholgel kan de huid verkoeling geven

jeuk

De behandeling kan jeuk geven. Heeft u ergens jeuk, dan heeft u de drang geeft om te krabben of te wrijven. Klachten door jeuk kunnen zijn:

  • roodheid
  • uitslag van de huid
  • onrustig gevoel
  • slecht slapen
Advies
  • probeer niet te krabben; concentreert u zich op iets anders
  • knip uw nagels in elk geval heel kort en houdt ze schoon
  • jeuk wordt soms erger door warmte of door contact met kleding of beddengoed; probeer hier rekening mee te houden
  • verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar ze houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. Ze zijn zonder recept verkrijgbaar
  • voorbeelden voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
  • voorbeelden voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
  • mentholgel kan een verkoelend effect geven op de huid

puistjes

U kunt door de behandeling last krijgen van puistjes. Dit kunt u vrij snel na het starten van de behandeling krijgen. De puistjes lijken op acné, maar is geen acné. De puistjes komen vooral voor in het gezicht, op de borst, de rug en de ledematen. Na de puistjes kunnen er bruine vlekjes ontstaan: pigmentvlekjes. De kans hierop wordt vergroot door blootstelling aan zonlicht.

Het is belangrijk de puistjes op tijd te behandelen met speciale zalf om infecties te voorkomen. Deze puistjes mogen niet behandeld worden met anti-acné middelen.

Advies

Neem bij het ontstaan van de puistjes direct contact op met uw behandelend arts of verpleegkundige.

Wat kunt u zelf doen?

  • laat uw huid zoveel mogelijk met rust, probeer niet te krabben
  • was uw huid met lauw water en gebruik geen zeep
  • gebruik een pH-neutrale wasemulsie
  • dep de huid voorzichtig droog
  • vermijd felle zon en het gebruik van de zonnebank. Gebruik bij zonnig weer een zonnebrandcrème met beschermingsfactor 30 of hoger als u lang in de zon verblijft
  • draag zoveel mogelijk katoen; dit irriteert de huid minder dan synthetische stoffen

Maag-darmklachten

Door de behandeling kunt u last krijgen van maag-darmklachten. Dit zijn klachten die te maken hebben met het spijsverteringskanaal. Deze loopt van de mond tot en met de anus. Klachten kunnen zijn: een ander ontlastingspatroon, maag- of buikpijn, opgeblazen gevoel of winderigheid.

misselijk zijn en overgeven

Door de behandeling kunt u misselijk worden en overgeven. Het hangt af van de kankersoort en behandeling hoeveel last u hiervan heeft.

De volgende klachten kunnen voorkomen:

  • kokhalzen en overgeven
  • minder zin in eten
  • maagklachten, zoals een vol gevoel of pijn in de maag
  • buikpijn of buikkrampen
  • opgezette buik

Misselijk zijn en overgeven zijn vervelende bijwerkingen en kunnen u beperken in uw dagelijks leven. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.

Advies
  • Het is belangrijk dat u uw medicijnen altijd inneemt zoals u met uw zorgverlener hebt besproken. Houdt u aan de vaste tijden om uw medicijnen in te nemen, ook als u niet misselijk bent.
  • Door het overgeven verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade.
  • Eet kleine porties. Neem meerdere kleinere maaltijden en/of tussendoortjes op een dag, in plaats van 3 grote maaltijden.
  • Forceer het eten niet. Eet op momenten wanneer u minder misselijk bent en pauzeer bij hevige misselijkheid.
  • Eet geen vet, gefrituurd, zoet, zuur of pittig voedsel.
  • Vermijd sterke geuren tijdens het eten. Als de geur van eten u stoort, vraag anderen om het eten klaar te maken.
  • Als de geur van eten u stoort, probeer dan eten te eten dat koud is of op kamertemperatuur is.
  • Maak het eten zo ontspannen mogelijk. Voor sommige mensen is het fijn om afleiding te hebben van de televisie, muziek of gezelschap. Anderen vinden het juist fijn om in een rustige ruimte te eten.
  • Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals buiten wandelen of yoga, kan ervoor zorgen dat u minder last heeft van misselijk zijn en overgeven.
  • Doe ontspanningsoefeningen. Massages, luisteren naar muziek en mediteren kunnen helpen tegen misselijk zijn.
  • Wilt u acupunctuur of acupressuur proberen? Bespreek dit dan eerst met uw arts.
  • Neem bij de volgende klachten direct contact op met uw zorgverlener:
    • als het overgeven langer dan 24 uur duurt
    • als u niet voldoende kunt drinken (minder dan 1,5 liter per dag) en/of als u last heeft van uitdroging. Dit is bijvoorbeeld te merken aan een droge mond en droge huid. En aan weinig of niet kunnen plassen en een donkere kleur urine.

Uw zorgverlener kan samen met u kijken wat er mogelijk is. Dit hangt af van uw klachten. U kunt bijvoorbeeld extra medicijnen krijgen tegen het misselijk zijn.

 Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt doen als u last heeft van misselijk zijn en overgeven. Vind hier een dietist bij u in de buurt die u kan helpen met deze klachten.

Laatst gewijzigd op 06-01-2025

buikpijn

Door de behandeling kunt u pijn in de buik krijgen. Dat kan van de maagstreek tot in de onderbuik zijn. 

diarree

Diarree is waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 3 keer per dag naar de wc moet. Bij diarree nemen de darmen minder vocht en voedingsstoffen op. Dit komt door irritatie van de darmen, waardoor de darmen minder goed werken. Vaak komt de aandrang plotseling. En is het ophouden van de diarree moeilijk of lukt het zelfs helemaal niet.

De volgende klachten kunnen optreden:

  • een waterige of dunne ontlasting
  • bloed of slijm bij de ontlasting
  • buikpijn en/of buikkrampen
  • opgeblazen gevoel
  • vaak naar de wc moeten
  • misselijk zijn en overgeven
  • koorts
  • als u een stoma heeft voor de ontlasting, moet u het zakje vaker legen dan normaal.

 Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.

Advies

Wat moet u doen bij diarree:

  • Neem contact op met uw zorgverlener als de diarree langer dan 24 uur duurt, er bloed of slijm bij de ontlasting zit of als u moet overgeven en diarree heeft.
  • Houd bij hoe vaak en hoe veel ontlasting u heeft.
  • Door de diarree verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade. Varieer met zowel zoete als zoute dranken. Genoeg drinken kan in het begin lastig zijn, omdat u niet altijd dorst heeft. Het kan dan helpen om op te schrijven wat u heeft gedronken.

Wat kunt u nog meer doen bij diarree:

  • Voeding is meestal niet de oorzaak van diarree. Een streng dieet is niet nodig. Wel kan het helpen om verschillende dingen te eten. Vasten of minder eten is niet verstandig.
  • Vermijd koffie, alcohol, zure dranken, producten met zoetstoffen of producten met lactose.
  • Eet of drink (tijdelijk) meer zout. Als u diarree heeft, verliest u meer zout dan normaal. Neem regelmatig een kopje soep of bouillon. Overleg met uw zorgverlener als u niet te veel zout mag eten.
  • Eet kleine porties. Kies in plaats van 3 grote maaltijden voor kleinere porties verdeeld over de dag.

Neem nooit medicijnen, supplementen of probiotica (bacteriën die de darmen kunnen helpen) tegen diarree zonder dit met uw zorgverlener te bespreken.

Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt eten bij diarree.

Ook kunt u bij diarree last krijgen van wondjes en pijn rondom de anus. Hieronder vindt u adviezen wat u moet doen als u wondjes en/of pijn rondom uw anus heeft:

  • Maak uw huid schoon met zacht toiletpapier.
  • Was de huid al deppend zonder zeep.
  • Gebruik vette zalf rondom het anale gebied om de jeuk te verzachten.

Laatst gewijzigd: 23 mei 2024

minder zin in eten

Uw behandeling kan ervoor zorgen dat u minder zin hebt in eten. Meestal is dit tijdelijk. Als u last heeft van minder zin in eten, kunnen de volgende klachten optreden: 

  • minder eten dan normaal, of helemaal niet eten
  • weinig of geen interesse in eten
  • afvallen
  • andere smaak
  • moe zijn

Het is belangrijk om genoeg energie (calorieën), eiwitten, vocht en voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen binnen te krijgen. Hieronder vindt u adviezen over wat u kunt doen als u minder zin heeft in eten. 

Advies
  • Eet wanneer u honger heeft. U hoeft niet te wachten op vaste eetmomenten.
  • Eet kleine porties. Neem meerdere kleinere maaltijden en/of tussendoortjes op een dag, in plaats van 3 grote maaltijden.
  • Kies voor energierijke voeding en volle producten.
  • Probeer ander eten uit dan normaal of maak het eten op een andere manier klaar.
  • Zorg dat u een (energierijk) tussendoortje bij u heeft als u ergens naar toe gaat.
  • Drinken gaat soms makkelijker dan eten.  U kunt bijvoorbeeld een smoothie drinken met kwark, fruit en wat havermout.
  • Probeer vlak voor of tijdens een maaltijd niet veel te drinken, daardoor neemt de eetlust af.
  • Als de geur van eten u stoort, probeer dan eten te eten dat koud is of op kamertemperatuur is.
  • Maak de maaltijden zo ontspannen mogelijk. Voor sommige mensen is het fijn om afleiding te hebben van de televisie, muziek of gezelschap. Anderen vinden het juist fijn om in een rustige ruimte te eten.
  • Bespreek uw klachten met uw zorgverlener. Deze gaat samen met u bekijken wat er mogelijk is. 

Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt doen als u minder eetlust heeft.

Kijk hier welke diëtisten bij u in de buurt u kunnen helpen met uw klachten. 

Laatst gewijzigd op 06-01-2025

Moe zijn

Tijdens de behandeling van kanker, kunt u zich erg moe voelen. Dit kan ook nog na de behandeling voorkomen. Moe zijn wordt veroorzaakt door de kanker zelf en/of door de bijwerkingen van de behandeling. Doordat u moe bent, lukt het niet meer om dagelijkse activiteiten, zoals bewegen, werk of hobby’s goed te kunnen doen. De klachten worden ook niet minder door rust en/of slaap. Na een activiteit heeft u meer of langer rust nodig. Het lukt niet goed meer om de dingen te doen die u graag wilt of moet doen.

De volgende klachten kunnen optreden:

  • Weinig/geen energie hebben
  • Nergens zin in hebben
  • Prikkelbaar zijn
  • Meer willen slapen en/of meer moeite hebben met slapen
  • Last van stemmingswisselingen
  • Als u beweegt, bent u snel moe
  • Geheugen- en concentratieproblemen
  • Minder belangstelling hebben voor de omgeving

Deze klachten kunnen ook na de behandeling nog lang blijven duren. Soms een paar maanden, soms zelfs jaren. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.

Advies
  • Meld uw klachten aan uw zorgverlener. Deze kan uw klachten met u bespreken en samen met u bekijken wat er mogelijk is. Bij sommige klachten kan de arts u doorverwijzen voor een behandeling met cognitieve gedragstherapie (CGT). Bij deze vorm van therapie leert u hoe u beter met de klachten kan omgaan.
  • Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen of yoga, zorgt ervoor dat u zich minder moe voelt. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan u hierbij helpen.
  • Eet gezond en veel eiwitten. Een diëtist kan u hierbij helpen.
  • Stel grenzen. Bepaal zelf waaraan u uw energie wil besteden.
  • Zoek balans en wissel momenten van inspanning en ontspanning/rust met elkaar af. Plan niet te veel activiteiten op één dag. En wissel dingen die u moet doen af met dingen waar u energie van krijgt. Zorg ook voor een goede verdeling van mentale, sociale en lichamelijke activiteiten over de dag en de week.
  • Probeer op vaste tijden naar bed te gaan en op te staan. Ook zijn er andere adviezen die ervoor kunnen zorgen dat u beter kunt slapen. Bijvoorbeeld door vlak voor het slapen niet meer naar fel licht van een tv of mobiel te kijken. Meer adviezen kunt u hier vinden. 
  • Vraag familie, vrienden en kennissen om te helpen met dingen die u te vermoeiend vindt om te doen.

Kijk in de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met moe zijn.

Voor het laatst gewijzigd: 6 mei 2024

Pijnlijke mond

Door de behandeling tegen kanker kan het slijmvlies in de mond ontstoken en beschadigd raken. Dit wordt ook wel orale mucositis genoemd. Deze klachten verdwijnen weer na stoppen met de behandeling. Hoe snel dat is hangt af van de behandeling die u heeft gehad.

De volgende klachten kunnen optreden:  

  • zweren / blaren in de mond
  • rood mondslijmvlies
  • zwelling van het tandvlees of mondslijmvlies
  • snel bloedend tandvlees
  • brandend gevoel in mond of keel
  • pijn in de mond 
  • problemen met slikken
  • problemen met eten
  • andere smaak
  • droge mond

Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten

Advies
  • Het is belangrijk om een goed verzorgd en gezond gebit te hebben voor de behandeling. Zorg daarom dat u regelmatig naar de tandarts gaat. Moet u tijdens de behandeling naar de tandarts? Vertel dan altijd dat u behandeld wordt en noem de soort behandeling die u krijgt (chemotherapie, doelgerichte therapie, immuuntherapie, hormonale therapie).
  • Spoel uw mond met zout water. Los daarvoor één theelepel zout op in een glas lauw water. Dit mag u meerdere keren per dag doen.
  • Zorg voor een goede mondhygiëne. Poets uw tanden 2 tot 3 keer per dag. Gebruik hiervoor een zachte (elektrische) tandenborstel en tandpasta met fluoride. Is uw mondslijmvlies gevoelig? Gebruik dan een tandpasta met fluoride, maar zonder menthol of SLS (Sodium Lauryl Sulfaat). Menthol en SLS kunnen het mondslijmvlies irriteren en gevoeliger maken.
  • Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee of bouillon.
  • Vermijd scherp gekruide producten, zure producten, erg zoute producten, dranken met prik, vruchtensappen, alcohol en sportdrank. 
  • Kies voor zacht en/of vloeibaar eten.
  • Kou, zoals ijs of koud drinken, kan helpen om de pijn te verzachten.
  • Neem bij de volgende klachten contact op met uw zorgverlener:
    • koorts (38,5 graden of meer)
    • bloedende zweren of blaren in de mond of keel
    • de pijn te erg wordt of u niet meer goed kunt eten, drinken en slikken

Neem bij twijfel altijd contact op met uw zorgverlener. Uw zorgverlener kan samen met u kijken wat er mogelijk is. U kunt bijvoorbeeld medicijnen tegen de pijn krijgen 

Adviezen voor mensen met een kunstgebit:

  • Draag het kunstgebit niet in de nacht.  
  • Borstel het kunstgebit schoon met neutrale zeep. 
  • Als u last heeft van mucositis, draag het kunstgebit dan zo weinig mogelijk om de slijmvliezen genoeg rust te geven.  

 Kijk in de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met een pijnlijke mond. 

Laatst gewijzigd op 07-01-2025