Lanreotide
Geselecteerde behandeling: hormonale therapie
Inleiding
U bent doorverwezen voor een behandeling met chemo-, immuno- of hormonale therapie. Tijdens het gesprek met de consulterend oncologie verpleegkundige, verpleegkundig specialist of longverpleegkundige hebben wij u geïnformeerd over de zaken die gaan komen.
Deze informatie is specifiek toegespitst op de behandeling die u gaat krijgen. U wordt onder andere geïnformeerd over;
- de bereikbaarheid van de consulterend oncologie verpleegkundigen, longverpleegkundigen en de afdeling in het geval van klachten en vragen;
- de medicijnen die u gaat krijgen
- de bijwerkingen die u kunt (!) verwachten;
- adviezen om met de bijwerkingen om te gaan;
- redenen om contact op te nemen met het ziekenhuis.
Deze informatie is niet alleen voor uzelf van belang, maar ook voor bijvoorbeeld uw huisarts of andere hulpverleners waarmee u in contact komt.
Algemene informatie
Verpleegkundig spreekuur
Bij problemen of vragen kunt u van maandag t/m vrijdag tussen 8.00 en 16.00 uur contact opnemen met de consulterend oncologie verpleegkundigen. Spreek s.v.p. de voicemail in, u wordt zo spoedig mogelijk teruggebeld.
Het telefoonnummer is: 0475 - 382839.
Bij koorts of bloeding
Bij koorts (38,5ºC of hoger) of een bloeding (die niet binnen één half uur stelpt) kunt u 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week telefonisch contact opnemen met afdeling oncologie. U komt dan in contact met een verpleegkundige. Met haar / hem kunt u uw probleem bespreken. Zo nodig kan zij / hij overleggen met een arts. Vaak zult u naar de spoedeisende hulp moeten komen.
Het telefoonnummer is: 0475 - 382237
Behandelschema
Deze behandeling bestaat uit één medicijn. Daarnaast kunnen nog enkele andere medicijnen voorgeschreven worden. Deze dienen als ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld om bijwerkingen te beperken.
De behandeling wordt eenmaal per 4 weken gegeven, volgens onderstaand schema
Dag |
1 |
2 t/m 28 |
wijze van toediening |
Lanreotide |
X |
rust |
Subcutane injectie |
Ondersteunende medicatie:
Bij misselijkheid: Zo nodig 1 tot 3 x daags 10 mg metoclopramide (Primperan) tablet
Bij diarree: Zo nodig loperamide 2 mg, 2 tabletten ineens en daarna 1 tablet bij iedere lozing van diarree. Stoppen met gebruik als de diarree over is. Maximaal 8 tabletten per dag.
Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta
- Lanreotide: geen risico
Middelen met hun bijwerkingen
Lanreotide (hormonale therapie)
Bijwerkingen en adviezen
Galstenen
Vooral na lang gebruik kunnen galstenen ontstaan. Dit is te merken aan aanvallen van pijn, meestal in de rechterbovenbuik. Vaak gaat dit samen met misselijk zijn en overgeven. Waarschuw dan de arts.
Maag-darmklachten
Door de behandeling kunt u last krijgen van maag-darmklachten. Dit zijn klachten die te maken hebben met het spijsverteringskanaal. Deze loopt van de mond tot en met de anus. Klachten kunnen zijn: een ander ontlastingspatroon, maag- of buikpijn, opgeblazen gevoel of winderigheid.
buikpijn
Door de behandeling kunt u pijn in de buik krijgen. Dat kan van de maagstreek tot in de onderbuik zijn.
diarree
Diarree is waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 3 keer per dag naar de wc moet. Bij diarree nemen de darmen minder vocht en voedingsstoffen op. Dit komt door irritatie van de darmen, waardoor de darmen minder goed werken. Vaak komt de aandrang plotseling. En is het ophouden van de diarree moeilijk of lukt het zelfs helemaal niet.
De volgende klachten kunnen optreden:
- een waterige of dunne ontlasting
- bloed of slijm bij de ontlasting
- buikpijn en/of buikkrampen
- opgeblazen gevoel
- vaak naar de wc moeten
- misselijk zijn en overgeven
- koorts
- als u een stoma heeft voor de ontlasting, moet u het zakje vaker legen dan normaal.
Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.
Advies
Wat moet u doen bij diarree:
- Neem contact op met uw zorgverlener als de diarree langer dan 24 uur duurt, er bloed of slijm bij de ontlasting zit of als u moet overgeven en diarree heeft.
- Houd bij hoe vaak en hoe veel ontlasting u heeft.
- Door de diarree verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade. Varieer met zowel zoete als zoute dranken. Genoeg drinken kan in het begin lastig zijn, omdat u niet altijd dorst heeft. Het kan dan helpen om op te schrijven wat u heeft gedronken.
Wat kunt u nog meer doen bij diarree:
- Voeding is meestal niet de oorzaak van diarree. Een streng dieet is niet nodig. Wel kan het helpen om verschillende dingen te eten. Vasten of minder eten is niet verstandig.
- Vermijd koffie, alcohol, zure dranken, producten met zoetstoffen of producten met lactose.
- Eet of drink (tijdelijk) meer zout. Als u diarree heeft, verliest u meer zout dan normaal. Neem regelmatig een kopje soep of bouillon. Overleg met uw zorgverlener als u niet te veel zout mag eten.
- Eet kleine porties. Kies in plaats van 3 grote maaltijden voor kleinere porties verdeeld over de dag.
Neem nooit medicijnen, supplementen of probiotica (bacteriën die de darmen kunnen helpen) tegen diarree zonder dit met uw zorgverlener te bespreken.
Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt eten bij diarree.
Ook kunt u bij diarree last krijgen van wondjes en pijn rondom de anus. Hieronder vindt u adviezen wat u moet doen als u wondjes en/of pijn rondom uw anus heeft:
- Maak uw huid schoon met zacht toiletpapier.
- Was de huid al deppend zonder zeep.
- Gebruik vette zalf rondom het anale gebied om de jeuk te verzachten.
Laatst gewijzigd: 23 mei 2024
Bij deze kuur kunnen volgende bijwerkingen ook voorkomen:
Misselijkheid en braken
Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en braken.
Klachten die hiermee gepaard gaan zijn:
- Verminderde eetlust
- Een vol gevoel
- Opboeren
- Zuurbranden
- Misselijkheid en soms braken
Misselijkheid en braken komen nu minder voor dan vroeger. Er zijn tegenwoordig goede medicijnen waarmee dit kan worden voorkomen of verminderd.
Advies
- Gebruik regelmatig een kleine maaltijd
- Forceer het eten niet
- Wanneer u weinig drinkt kunt u meer last krijgen van een ziek en misselijk gevoel. Het is daarom heel belangrijk dat u voldoende drinkt: 1½ tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers. Probeer niet alleen water te drinken, maar wissel dit af met bijvoorbeeld bouillon, limonade, melkproducten, vruchtensap of groentesap. Hiermee kunt u eventuele tekorten aan voedingszouten (mineralen) die tijdens de kuur zijn ontstaan weer aanvullen.
- U krijgt van uw behandelend arts een recept, voor medicijnen tegen de misselijkheid voor thuis. Het is belangrijk dat u deze medicijnen volgens voorschrift gebruikt, zie behandelschema.
Bijwerkingen van de medicijnen tegen de misselijkheid kunnen zijn:
- Harde ontlasting of verstopping
- Ontstaan van acné of het doen verergeren ervan
- Onrust, slaperigheid, stijf gevoel in de kaak, de tong of nekspieren
- Hoofdpijn
Het is raadzaam om bij de volgende klachten contact op te nemen met het ziekenhuis:
- Ernstig en aanhoudend braken gedurende 24 uur of langer.
- Als u niet voldoende kunt drinken
- Als u tekenen van uitdroging vertoont: droge mond, droge huid, weinig of niet meer plassen, donkere urine.
Pijn, zwelling, roodheid en ontsteking van de injectieplaats
Door de behandeling kan op de plaats van de injectie een ongewenste pijn, zwelling, roodheid of verkleuring van de huid ontstaan
Advies
- vóór het toedienen de injectievloeistof opwarmen tot kamertemperatuur.
- Langzaam de vloeistof in laten lopen
- De injectieplaats 3 à 4 minuten afdrukken na het toedienen van de injectie.
- de injectieplaats afwisselen.
Verhoogde bloedsuikers
Door de behandeling kunt u een verhoogd bloedsuikergehalte krijgen.
Klachten die hiermee gepaard gaan zijn:
- dorstgevoel
- veel plassen
- wazig zien
- verminderd bewustzijn
- jeuk
- afvallen
- slechte wondgenezing
Advies
Indien u één of meerdere van deze klachten heeft is het verstandig om contact te zoeken met de oncologieverpleegkundige.
Indien er sprake is van een verhoogde bloedsuikerspiegel dan zal er in overleg met u een diëtist worden ingeschakeld en zullen zonodig medicijnen worden voorgeschreven. Uw bloedsuikerspiegel zal regelmatig gecontroleerd worden.
Galstenen
Door het gebruik van lanreotide kunnen galstenen ontstaan. In de meeste gevallen merkt u hier niets van en kunnen de galstenen in de galblaas blijven zitten. Als u echter plotse pijn in de rechterbovenbuik krijgt met eventueel misselijkheid daarbij, dan kan dat wijzen op galsteenlijden. Neemt u dan contact op met het ziekenhuis
Overgevoeligheid / allergie
Door de behandeling kunt u last krijgen van overgevoeligheid. Lanreotide wordt door het lichaam als een lichaamsvreemde stof (antigeen) gezien en kan zodoende een allergische reactie veroorzaken.
Een allergische reactie begint vaak met:
- roodheid en huiduitslag, soms met jeuk over het hele lichaam
- verwijding van de bloedvaten
Later kunnen de volgende verschijnslen optreden:
- bleekheid
- gezwollen oogleden en een opgezet gezicht
- beklemmend gevoel op de borst
- duizeligheid en bloeddrukdaling
- rillen
- misselijkheid en darmkrampen
- kortademigheid
- gevoel van onrust
Een allergische reactie treed meestal op tijdens de toediening. De klachten verdwijnen na behandeling snel.
Wanneer u zich tijdens of direct na toediening anders voelt dan normaal, meld dit dan onmiddelijk aan uw arts of de verpleegkundige.
Bij deze klachten wordt de toediening zonodig tijdelijk onderbroken of gestopt en u krijgt medicijnen toegediend om de verschijnselen te bestrijden.
Het optreden van deze klachten kan gevolgen hebben voor het verloop van de behandeling. U kunt hierbij denken aan de keuze voor andere medicijnen.